Les 2 Lessenreeks VD Doorvragen en beurt nemen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Luisteren, samenvatten en doorvragen

Doelen

- De leerlingen leren hoe ze beter kunnen
luisteren, samenvatten en doorvragen.

- De leerlingen maken een start met het maken van het interview.

Is luisteren belangrijk als je wilt doorvragen?

1. Nee, is niet belangrijk.
2. Ja en nee, je kunt soms luisteren en soms niet.
3. Ja, je moet goed luisteren om te kunnen doorvragen.
4. Ja, alleen naar wat je wilt horen moet je luisteren.

Waarom is samenvatten ook belangrijk tijdens een interview?

1. Dan weet je zeker of jullie elkaar begrijpen.
2. Dat hoef je niet te doen, niet belangrijk.
3. Dan herhaal je in het kort wat er gezegd wordt.
4. Het is leuk om er een verhaal ervan te maken.

Ik weet precies het verschil tussen een open en gesloten vraag.

-3100

Herhaling

Wat weten jullie van doorvragen, feiten en meningen?

Doorvragen --> Meer vragen stellen om meer begrip te krijgen.

Feiten = een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat.

Meningen = iets wat iemand vindt/ denkt

00:00

Wat kan de meneer dus beter doen?

1. Niet luisteren en over de vakantie vertellen en vragen.
2. Actief luisteren, samenvatten en doorvragen.
3. Actief luisteren en niet reageren.
4. Niet luisteren en vertelen over zijn vakantie.

00:00

Wat doet deze meneer niet zo goed?

Interview maken

1. Start met een korte introductie over wie je bent, wat je doet, waarom je dit doet, etc.

2. Wat wil je weten? --> Vooral open vragen stellen (waarom, wat, hoe, wie, etc.) en doorvragen.

3. Stel een vraag per keer 

4. Zorg voor een logische volgorde 

Aan de slag!

Jullie gaan starten met het maken van het interview. Denk aan de vraagstelling (open en gesloten vragen).

Over 15 minuten kijken bespreken we het klassikaal.

Hoe vond je het om vragen te bedenken?

1. Erg leuk en makkelijk!
2. Niet leuk en moeilijk!
3. Erg leuk, maar wel moeilijk.
4. Niet leuk, maar wel makkelijk.

Hoe ver ben je met het interview?

1. Ik moet nog beginnen.
2. Ik heb de eerste vragen al opgesteld.
3. Ik heb al vijf vragen opgesteld.
4. Ik ben (bijna) al klaar.