les 5 thema 3 km2a (wo 22 feb)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik leerdoelen vorige week.   
-Demo hart snijden (niet verplicht om te kijken).
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige (les)week
B2 vraag  1, 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 10 (dus bijna alles was veel "fout" gemaakt. 



Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog
7 vragen die je nu goed zou moeten kunnen beantwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

aders bewegen naar het hart toe
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vaak gaat het bloed (per bloedsomloop) door het hart?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust
A
30
B
50
C
100
D
70

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Welk gedeelte van het hart heeft de dikste wand?
A
Rechterboezem
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Linkerkamer

Slide 10 - Quizvraag

Waardoor kan het bloed in het hart maar één richting op stromen?
A
Door de gespierde wand
B
Door de aanzuiging van de longen
C
Door de hartkleppen en de halvemaanvormige kleppen
D
Door de spierpomp

Slide 11 - Quizvraag

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding.
-Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

-Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 12 - Tekstslide

Een echt hart.
We gaan kijken of we de onderdelen uit het model ook in het echt kunnen vinden en zien.

Wie wil gaat zo mee naar het lab.
Anderen gaan vast (rustig) aan het werk.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen:
-Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding.
-Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.
-Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B3 en B4.
-Te maken: basisstof 3 (3.3) en 4 (3.4)
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
De laatste 5 minuten doen we nog 8 vragen via lessonup. 
Laat je Lessonup tabblad dus openstaan.
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting.

Samenvatten van deze les door 8 lessonup vragen. 

Slide 15 - Tekstslide

In welke volgorde stroomt het bloed vanaf het hart door de verschillende soorten bloedvaten?
Zet de begrippen in de juiste volgorde.
Hart
Hart
Ader
Haarvat
Slagader

Slide 16 - Sleepvraag

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. 
Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 17 - Sleepvraag

De wand van de linkerboezem van het hart is dikker dan de wand van de rechterkamer van het hart.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 19 - Quizvraag


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4

Slide 20 - Quizvraag

Gaan slagaders (met een slag) van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 21 - Quizvraag

In welk deel van het hart, stroomt zuurstofrijk bloed het hart in?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 22 - Quizvraag

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 23 - Quizvraag

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 25 - Tekstslide