Grip op je knip? Heb jij inkomsten?

Grip op je knip?
-
Heb jij inkomsten?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grip op je knip?
-
Heb jij inkomsten?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen
Leerdoelen van deze les
Begrippen leren
Bedragen omrekenen
Quizzen
Afronden

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al?
Inkomsten en uitgaven

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Welke vormen van inkomsten er zijn.

Waarom er verschillen tussen inkomens zijn.

Hoe je bedragen van een week naar een maand en andersom kunt berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen Leren

Slide 5 - Tekstslide

Vraag ...
Denk eens na welke inkomsten jij hebt en hoe je daar aan komt? En je vrienden?

Schrijf je antwoorden op!

We gaan samen een filmpje kijken. Schrijf moeilijke woorden op.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat moet je weten?
  • Inkomen uit arbeid
  • Inkomen uit bezit
  • Inkomen uit overdracht
  • Loon in natura
  • Inkomensverschillen

Slide 8 - Tekstslide

Bedragen omrekenen

Slide 9 - Tekstslide

Van weekloon naar maandloon
Voor haar krantenbaantje krijgt Fatima € 15,50 per week. 

Hoeveel verdient Fatima per maand?
timer
0:30

Slide 10 - Tekstslide

Van weekloon naar maandloon

  1. Eerst naar een heel jaar dus x 52
    (52 weken is één jaar)
  2. Dan terug naar een maand dus : 12
    (12 maanden in een jaar)

Slide 11 - Tekstslide

Van maandloon naar weekloon
Bij de Albert Heijn verdient Lukas 84,60 per maand als vakkenvuller.

Hoeveel verdient Lukas per week?
timer
0:30

Slide 12 - Tekstslide

Van maandloon naar weekloon

  1. Eerst naar een heel jaar dus x 12
    (12 maanden is één jaar)
  2. Dan terug naar een week dus : 52
    (52 weken in een jaar)

Slide 13 - Tekstslide

Quizzen
5 vragen om te kijken of je het begrijpt enne ...

Fouten maken mag MAG!

Slide 14 - Tekstslide

Welk van onderstaande inkomsten is inkomen uit bezit?
A
Geld voor het verhuren van je boot
B
Salaris van de Albert Heijn
C
Zakgeld
D
Huurtoeslag van de overheid

Slide 15 - Quizvraag

Je verdient voor het autowassen elke week € 10,-.
Hoeveel verdien je per jaar?
A
€ 100,-
B
€ 120,-
C
€ 520,-
D
€ 1000,-

Slide 16 - Quizvraag

Een arts van 53 jaar verdient in Nederland meer dan een beveiliger van 21 jaar.
Waarom verdient de arts meer?
A
De arts heeft meer kosten
B
De arts is ouder en meer ervaren
C
De arts betaalt belasting
D
De arts doet zwaar en verantwoordelijk werk

Slide 17 - Quizvraag

Het jaarsalaris van een directeur is € 120.000,-.

Hoeveel verdient de directeur per maand?
A
€ 10.000,-
B
€ 12.000,-
C
€ 520,-
D
€ 120.000,-

Slide 18 - Quizvraag

Welk van onderstaande inkomsten in inkomen uit arbeid?
A
Huurinkomsten door verhuur van je scooter
B
Het fruit dat je mee krijgt van je werk bij de groenteboer
C
Een bijstandsuitkering
D
Een studiebeurs

Slide 19 - Quizvraag

Wat hebben we geleerd?
Welke vormen van inkomsten er zijn.

Waarom er verschillen tussen inkomens zijn.

Hoe je bedragen van een week naar een maand en andersom kunt berekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?
Saai
Leuk
Moeilijk
Te lang
Hebben jullie tips?
Meer rekenvoorbeelden
Makkelijk
Te kort
Liever zelfstudie

Slide 21 - Tekstslide