Schrijfvaardigheid info

Schrijfvaardigheid  Duits

Theorie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid  Duits

Theorie

Slide 1 - Tekstslide

Aanhef:
Als je aan een meisje schrijft:
Liebe Amelie,
Als je aan een jongen schrijft:
Lieber Tim,

Achter de naam schrijf je ALTIJD een komma. Daarna sla je een regel over!

Slide 2 - Tekstslide

Begin van je brief
De eerste letter van je brief is ALTIJD een kleine letter.
Dit komt door de komma achter de aanhef.

Bijvoorbeeld: 
Liebe Amelie, 

wie geht es dir? 

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Zorg altijd voor een paar simpele standaardzinnen. Denk aan:
- hoe gaat het met je, met mij gaat het goed.
- dankjewel voor je brief
- verwijs kort naar iets wat in de brief is genoemd waarop je
    antwoord/reactie geeft. (bijvoorbeeld een verjaardag, een beterschapswens, een bedankje)
- leer de gegeven zinnen uit je hoofd! (je hoeft dan niets op te zoeken!)

Slide 4 - Tekstslide

Kern
  • De onderdelen staan op volgorde, doe dat ook zo bij het SE.
  • Zorg dat je ALLE onderdelen ook opschrijft.
  • Denk aan de gegeven alinea's.
  • Controleer of je je aan de geleerde briefregels hebt gehouden (bijvoorbeeld witregels, kleine letters, hoofdletters, aanhef, slot)
  • Check op Umlauten, spelling en vooral leesbaarheid!

Slide 5 - Tekstslide

Afsluiting - zin
Ook bij de afsluiting kun je een paar standaardzinnen gebruiken, zoals: 
- Ik hoop snel van je te horen.
- Schrijf je snel terug?
- Tot gauw!

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiting: Groet
Na de laatste zin groet je met:
Tschüss
Mach's gut
Liebe Grüße
Alles Gute

Na je groet schrijf je GEEN leesteken (geen komma of punt).

Bijvoorbeeld: 
Liebe Grüße 

Amelie

Slide 7 - Tekstslide

Afsluiting: Naam
Na de groet, sla je een regel over en schrijf je je voornaam.

Let op, ook achter je voornaam schrijf je GEEN leestekens.

Mark / Dein Mark               of
Julia / Deine Julia

Slide 8 - Tekstslide

Datum en tijd
op + dag = am + dag (op donderdag = am Donnerstag

op + datum = am + getal. Maand (op 14 mei = am 14. Mai)

om + tijd = um + tijd (om 18 uur = um 18 Uhr)

van 13 tot 15 uur = von 13 bis 15 Uhr 

Slide 9 - Tekstslide

Datum en tijd
van tot datum, bijvoorbeeld bij het maken van een afspraak: 

van 14 maart t/m 18 april 
vom 14. März bis zum 18. April 

Slide 10 - Tekstslide