Economisch bekeken - H3.3 Concurrentiepositie (K) en H3.3 Concurrentiepositie (B)



3.2 Concurrentiepositie (B)


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



3.2 Concurrentiepositie (B)


Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Je zag net een filmpje over Schiphol. Op Schiphol is veel concurrentie. Hieronder enkele feitjes:
  • 104 luchtvaartmaatschappijen;
  • gemiddeld 67.500 passagiers per dag waarvan
     70% alleen maar overstapt op Schiphol;
  • 68.000 medewerkers;
  • 700 andere bedrijven actief, zoals winkels,
     beveiligingsbedrijven, bedrijven die
     grondpersoneel leveren, cateringbedrijven,
     brandstofbedrijven en afhandelingsbedrijven.

Noem een voorbeeld van 2 bedrijven die concurreren op Schiphol. Wat voor gevolgen heeft dit en voor wie? Licht je antwoord toe. Er zijn oneindig veel goede antwoorden, je hoeft slechts één te noemen.
VRAAG

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat wel en niet helpt om de concurrentiepositie van een bedrijf te verbeteren.
  • uitleggen hoe de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven invloed heeft op de
     werkgelegenheid.
  • uitleggen wat het begrip concurrentiepositie, bedrijfstijd en arbeidsduurverkorting (adv)
     betekenen.

Wat gaan we leren?

Slide 4 - Tekstslide

  • De concurrentiepositie is
     de positie van een bedrijf of
     producent in de strijd om de
     gunst van de klant.
  • De winnaars krijgen steeds
     meer klanten en de
     verliezers raken steeds meer
     klanten kwijt.
Concurrentiepositie

Slide 5 - Tekstslide

Concurrentie is van alle tijden!

Slide 6 - Tekstslide

Concurrentiepo
Je kunt jouw concurrentiepositie verbeteren door te concurreren op:
  • Prijs
  • Kwaliteit
  • Service

Hoe beter jouw concurrentiepositie is, hoe hoger je afzet (aantal stuks dat je verkoopt) zal zijn.
Op welke manieren kunnen je concurreren?

Slide 7 - Tekstslide

  • Vraag: Wat was ook al weer het verschil
     tussen mechaniseren en automatiseren?
  • Antwoord: Bij mechaniseren wordt
     apparatuur gebruikt, waardoor het werk
     sneller gaat of makkelijker wordt en bij
     automatiseren wordt werk van mensen
     vervangen door apparatuur.
  • Door mechaniseren daalt de kostprijs per
      product en hierbij wordt de
      concurrentiepositie sterker.
Mechaniseren en automatiseren

Slide 8 - Tekstslide

  • Bedrijfstijd is de tijd dat er door een bedrijf wordt geproduceerd.
  • Vraag 1: Als de bedrijfstijd van ons bedrijf
     uitgebreid wordt met 10 uur per week wat is
     daar dan voor nodig?
  • Antwoord 1: Er is meer personeel nodig,
     dus stijgt de werkgelegenheid.
  • Vraag 2: Wat voor invloed heeft dat op de
     kostprijs?
  • Antwoord 2: De kostprijs daalt dan (zie
      afbeelding)
Bedrijfstijd (werktijdverlening)

Slide 9 - Tekstslide

  • Arbeidsduurverkorting betekent de
     vermindering van het aantal arbeidsuren
     per werknemer.
  • Vraag: Wat gebeurd er met de
     werkgelegenheid?
  • Antwoord: De werkgelegenheid neemt toe,
     want er zijn meer mensen nodig om
     hetzelfde werk te doen.
  • Vraag: Wat gebeurt er met de kostprijs?
  • Antwoord: Deze blijft gelijk, want de totale
     loonkosten blijven gelijk.


Arbeidsduurverkorting
(Hogeschool Utrecht, April 2023)

Slide 10 - Tekstslide

EXAMENOPGAVE
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide