“... We moeten de futuristische stad bedenken en bouwen als een enorme, lawaaierige scheepswerf; in alle opzichten flexibel, mobiel en dynamisch. Het futuristische [appartement] huis moet als een gigantische machine zijn. De liften mogen niet meer verstopt zitten als wormen van trappenhuizen. De oude trappenhuizen, nutteloos vanwege de moderne liften, moeten worden afgebroken. De liften - buizen van staal en glas aan de buitenkant van de gebouwen - laten de gevels hoger lijken. In de woningen van beton, glas en staal is geen enkel schilderij of beeld te zien. De rijkdom en schoonheid ontlenen de woningen aan hun heldere lijnen en vlakken. Door hun mechanische eenvoud zijn ze tevens buitengewoon lelijk. Ze zijn hoger en ruimer dan wettelijk toegestaan, maar sluiten wel aan bij de behoefte van de bewoners. De straat ligt niet langer als een deurmat aan uw voeten, maar bevindt zich vele verdiepingen onder de grond op het niveau van de metro, waar allerlei verbindingen zijn door middel van rollende trottoirs.” Citaat van Antonio Sant’Elia in Messaggio (1915)