Zakelijke brief, uitleg adres en leestekens

Zakelijke brief, uitleg adres en leestekens
Inclusief schrijfopdracht!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief, uitleg adres en leestekens
Inclusief schrijfopdracht!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een adres?
Naam + achternaam
Straat en huisnummer
Postcode (4 cijfers en 2 letters) + woonplaats

J. Vree
Grote weg 21
8877 HH Arnhem

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters 
  • Begin elke zin met een hoofdletter. 
  • Schrijf namen met hoofdletters. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters bij namen
- bij voor- en achternamen
Frenkie de Jong
Sven Kramer
Dua Lupa

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters





Gebruik geen hoofdletters bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken. 
Aan het begin van een zin
Het is bijna weekend.
Bij namen
Ik ga naar een concert van Jeroen van den Boom. 
Bij woorden die zijn afgeleid van aardrijkskundige namen
Dat concert is in Noord-Brabant. 

Slide 5 - Tekstslide

Je schrijft een hoofdletter bij namen van windstreken.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Je schrijft namen altijd met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel hoofdletters?
mijn naam is joyce vree en ik geef nederlands op het rijn ijssel in arnhem.
A
7
B
6
C
8
D
9

Slide 8 - Quizvraag

Leestekens
Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.
Er zijn veel verschillende leestekens.

Slide 9 - Tekstslide

https://www.leer-actief.nl/verhalen/vriendschap/leestekens/leestekens.htm

Slide 10 - Tekstslide

Leestekens (. ! ?)
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

Slide 11 - Tekstslide

Waar kun je oefenen?
https://oefenplein.nl/bo/taal/87-leestekens
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-leestekens/
https://www.leer-actief.nl/verhalen/vriendschap/leestekens/leestekens.htm

Slide 12 - Tekstslide

Leestekens
Een zin eindigt met een leesteken:

  • Punt (gewone zin): De deelnemers presenteren hun act.
  • Vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
  • Uitroepteken (uitroep): Doe je best!

Slide 13 - Tekstslide

Kommagebruik voor voegwoorden

Weet je nog uit de vorige les?
Voor een voegwoord, komt altijd een komma!!
Voorbeeld:
Ik ga naar huis, want ik ben ziek.
Jan eet pizza, omdat hij honger heeft.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Met de kennis van nu;
Maak de volgende schrijfopdracht. Je focus ligt dus op;
Hoofdlettergebruik en......
interpunctie!

Slide 15 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Je wil graag een vrije dag aan vragen, omdat je oudere broer gaat afstuderen. Je wil niet alleen vrij voor het afstuderen, maar ook graag de dag er na. Hiervoor geef je 2 goede argumenten. Je hebt wel terugkoppeling van je docent nodig, vraag hier in je mail dus om! 

Schrijf deze zakelijke brief aan je docent; mail de brief als BIJLAGE;
 j.vree@rijnijssel.nl

Slide 16 - Tekstslide