TH 2 - Nederland verduurzaamt

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Eten, drinken en telefoons in de tas. Ipads en boek op tafel.

Log in bij lessonup. De code staat op het bord.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Eten, drinken en telefoons in de tas. Ipads en boek op tafel.

Log in bij lessonup. De code staat op het bord.

Slide 1 - Tekstslide

Nederland verduurzaamt

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Herhaalvragen §4.1-§4.4
  • Doorlezen §4.5
  • Uitleg §4.5 met vragen en filmpje
  • Zelfstandig werken aan opdrachten van §4.5 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je kunt vertellen wat Nederland kan doen om duurzamer te worden. 
  •  Je kan uitleggen waarom het belangrijk is dat Nederland duurzamer wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaalvragen §4.1-§4.4

Slide 5 - Tekstslide

Mensen hebben grondstoffen nodig om te leven. Welke van de volgende antwoorden is GEEN natuurlijke hulpbron?
A
Plastic
B
Aardolie
C
Water
D
Aardgas

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
Hoeveel ruimte er nodig is om gebruik te maken van alle energiebronnen
B
Hoeveel ruimte die nodig is om elektriciteit te gebruiken
C
Dat laat zien hoe groot de draagkracht van de aarde is
D
Hoeveel ruimte nodig is voor de productie van wat je gebruikt en de opname van CO2 die je uitstoot

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk antwoord staan alleen woorden die bij fossiele brandstoffen horen?
A
Ze zijn heel oud Als je ze verbrandt stoot je CO2 uit
B
Ze vormen steeds opnieuw Als je ze verbrandt stoot je CO2 uit
C
Ze vormen steeds opnieuw Dit is schone energie
D
Ze vormen steeds opnieuw Steenkool en aardolie

Slide 8 - Quizvraag

We kunnen genetische modificatie gebruiken voor groenten en fruit. Waarom doen we dat?
A
Zodat ze beter tegen ziektes kunnen
B
Zodat ze beter tegen droogte kunnen
C
Zodat ze lekkerder worden
D
Al deze antwoorden

Slide 9 - Quizvraag

In rijke landen is de ecologische voetafdruk het grootst, want ...
A
Hier staan de meeste fabrieken
B
Hier consumeren we het meest
C
Hier is de bevolking het grootst
D
Hier is het klimaat het meest gunstig

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk antwoord gaat het NIET om het hergebruiken van materialen?
A
Recyclen
B
Cradle-to-cradle
C
Afval scheiden
D
Energieneutraal

Slide 11 - Quizvraag

Bij welk antwoord staan woorden die passen bij intensieve landbouw?
A
Grote stukken land Biologische landbouw
B
Grote stukken land Monocultuur
C
Kunstmest en bestrijdingsmiddelen Biologische landbouw
D
Kleine stukken land Kunstmest en bestrijdingsmiddelen

Slide 12 - Quizvraag

Programma
  • Herhaalvragen §4.1-§4.4
  • Doorlezen §4.5
Ben je al klaar met lezen? Kijk dan alvast naar de eerste opdrachten van §4.5 in je werkboek.

  • Uitleg §4.5 met vragen en filmpje
  • Zelfstandig werken aan opdrachten van §4.5 

Slide 13 - Tekstslide

Wat kunnen we nog meer doen om Nederland duurzamer te maken?
  1. Een energietransitie
  2. Minder uitstoot bij transport 
  3. Hergebruiken

Slide 14 - Tekstslide

Transitie betekent: overgang of verandering.

Probeer in eigen woorden uit te leggen wat er gebeurt als we in Nederland proberen een energietransitie in te voeren.

Slide 15 - Open vraag

2

Slide 16 - Video

02:33
Waarom moeten we er eerst voor zorgen dat we minder energie gebruiken, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen besparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 17 - Quizvraag

04:26
Er is niet altijd genoeg zon en wind. Ook als we weinig energie gebruiken is er niet altijd genoeg. Waarom niet?
A
Als het niet hard waait, en er komen wolken voor de zon, zou de zon uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken,
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ziet Nederland eruit voor de energietransitie, en hoe na die tijd?
Voor de energietransitie
Na de energietransitie
Hernieuwbare energiebronnen
Niet-hernieuwbare energiebronnen
Fossiele brandstoffen
Veel CO2 uitstoot
Windmolens en zonnepanelen
Steenkool en aardolie
Duurzame energie

Slide 19 - Sleepvraag

Energieneutraal worden
Alle energie die je gebruikt, wek je zelf op!

Slide 20 - Tekstslide

Schoner transport
We kunnen ervoor zorgen dat we minder uitstoot hebben voor vervoer in Nederland. Hoe?

Slide 21 - Tekstslide

Minder mensen hoeven te reizen elke dag.
Er zijn minder vrachtwagens, vliegtuigen en schepen nodig.
Er komen minder auto's op de weg
Deze energie kan opgewekt worden door zonnepanelen

Slide 22 - Sleepvraag

We kunnen ook hergebruiken:
Circulaire economie


Niet weggooien maar doorverkopen. 

= Kleine afvalvoetafdruk

Slide 23 - Tekstslide

Circulaire economie
Afval bestaat niet, we kunnen: 

  1.  Hergebruiken (bijv doorverkopen)
  2. Cradle to cradle = alle losse onderdelen van een product zijn herbruikbaar, kunnen opnieuw in een product gebruikt worden.
  3. Recyclen = de grondstof wordt opnieuw gebruikt. Bijvoorbeeld: plastic fles wordt omgesmolten tot plastic bloempot. 
Het is handig om hier een aantekening van te maken!

Slide 24 - Tekstslide

Programma
  • Herhaalvragen §4.1-§4.4
  • Doorlezen §4.5
  • Uitleg §4.5 met vragen en filmpje
  • Zelfstandig werken aan opdrachten van §4.5 

Slide 25 - Tekstslide


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 26 - Quizvraag


Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 27 - Quizvraag


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 28 - Quizvraag


Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 29 - Quizvraag


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 30 - Quizvraag


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 31 - Quizvraag