Venapunctie

Venapunctie 6 juni
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SkillsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Venapunctie 6 juni

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
Toets uitzuigen mond en keelholte en tracheacanule/stoma

theorie venapunctie

 oefenen venapunctie




Slide 2 - Tekstslide

casus
Venapunctie bij mevrouw Van der Spek

 
Mevrouw van der Spek is een weduwe van 75 jaar die sinds drie jaar na het overlijden van haar man in een aanleunwoning woont die aangesloten is aan een verzorgingshuis.
Mevrouw was altijd heel sportief. Zij is nog redelijk vitaal en wandelt graag met haar buurvrouw. Omdat mevrouw de afgelopen drie maanden veel over gewrichtspijn en vermoeidheid klaagt en vaak de wandelafspraken moest afzeggen, ging mevrouw naar de huisarts om de klachten te bespreken.

Mevrouw kreeg bij het eerste consult bij de huisarts NSAID mee en mevrouw mag paracetamol tabletten erbij gebruiken. Ook moest mevrouw een bloedonderzoek doen om reuma uit te sluiten.
Jij loopt stage in de polikliniek waar mevrouw een afspraak heeft voor de venapunctie. Jij gaat, onder begeleiding, bij mevrouw deze handeling uitvoeren.




Slide 3 - Tekstslide

vragen venapunctie
a. Bloedafname kan op twee plaatsen/manieren.
Welke  plaatsen zijn dit? Geef hierbij aan welk bloed erdoor vervoerd wordt én geef een voorbeeld voor welk bloedonderzoek er juist op die plaats bloed wordt afgenomen.

b. Benoem de beste plaats voor bloedafname, en geef twee voordelen voor afname bij deze plaats.

c. Benoem de twee andere plaatsen die ook goed zijn, maar die ook twee nadelen hebben. Welke nadelen zijn dit?
Welke consequenties hebben deze?

d. Welke vijf contra-indicaties ken je voor afname van bloed? Motiveer elke contra-indicatie.

e. Benoem twee risico’s bij het afnemen van bloed via venapunctie. Motiveer elk genoemd risico.

f. Welke risico’s bestaan er voor de verpleegkundige bij het uitvoeren van een venapunctie?

Slide 4 - Tekstslide

antwoorden
a. Bloedafname kan op twee plaatsen.
Welke twee plaatsen zijn dit? Geef hierbij aan welk bloed erdoor vervoerd wordt én geef een voorbeeld voor welk bloedonderzoek er juist op die plaats bloed wordt afgenomen.
Perifeer/veneus bloed (hand/elleboog), arterieel bloed (binnenkant pols)
b. Benoem de beste plaats voor bloedafname, en geef twee voordelen voor afname bij deze plaats. Beste plaats -> Elleboogplooi -> voordelen -> makkelijk te prikken, groot vat
c. Benoem de twee andere plaatsen die ook goed zijn, maar die ook twee nadelen hebben.
Welke nadelen zijn dit? Hand, voet -> kleinere vaten
 Welke consequenties hebben deze? Kleine vaten, aderen kunnen wegrollen
d. Welke vijf contra-indicaties ken je voor afname van bloed? Motiveer elke contra-indicatie.
Geen afname in 1. hematoom, 2. moedervlek, 3. laesie, 4. Ledemaat met oedeem, 5. Ledemaat met infuus
e. Benoem twee risico’s bij het afnemen van bloed via venapunctie. Motiveer elk genoemd risico. Nabloeding (zeker bij anticoagulantia), hematoomvorming
f. Welke risico’s bestaan er voor de verpleegkundige bij het uitvoeren van een venapunctie? Besmetting met vervuild bloed, prikincident -> MIP-melding doen.


Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
Bloedafname gebeurt in de oppervlakkige aders (venen). 

Er worden in het boek/ protocol vier geschikte plaatsen genoemd voor bloedafname, welke plaatsen zijn dit?

Zoek dit op! en vul het in op de volgende sheet

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn geschikte plaatsen voor bloedafname?

Slide 7 - Woordweb

Plekken die geschikt zijn voor bloedafname zijn
oppervlakkige aders van de 
-elleboog
-handrug 
-onderarm 
-enkels. 
De elleboogplooi is het gemakkelijkst en geeft het minste pijn, deze is dus het meest geschikt voor bloedafname.


Slide 8 - Tekstslide

Je neemt bloed af met  met een gesloten vacuümsysteem. Met dit systeem kunnen meerdere buisjes bloed op een veilige en hygiënische manier worden afgenomen.De werking van het systeem berust op de onderdruk in de bloedbuizen.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 2: welke complicaties kan je tegenkomen tijdens het uitvoeren vd venapunctie?

Slide 10 - Woordweb

Complicaties

- ader wordt niet voldoende zichtbaar
- ader voelt hard aan
-ader rolt weg
- er ontstaat een zwelling of hematoom
- misprikken
-een slagader aangeprikt (arterie)

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 3


Vraag:
Typ de contra-indicaties in die je weet

Slide 12 - Tekstslide

Contra- indicaties
voor venapunctie

Slide 13 - Woordweb

Contra- indicaties venapunctie
Shunt (dialyse)
Trauma aan extremiteit
Trombose of oedemateus gebied
Huiddefecten (bestraald of ontstoken gebied-littekens-moedervlekken-huiduitslag etc.)
Aan zijde met perifeer infuus of totale mastectomie
Verlamde ledematen
Bij voorkeur niet in de arm bij nierfalen

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 4
Soms zijn bloedvaten slecht te zien en/ of voelen. Bijvoorbeeld bij iemand met een donkere huidskleur, door slechte vulling van de vaten door dehydratie, vasoconstrictie door angst/stress, een lage bloeddruk of aanleg. Er zijn tips om de aders zo goed zichtbaar mogelijk te krijgen.

Vraag:
Probeer zoveel mogelijk tips op te noemen.

Slide 15 - Tekstslide

Tips zicht- en/of
voelbaar
maken venen

Slide 16 - Woordweb

Tips
stuwband aanleggen

zwaartekracht benutten

zorgvrager maakt een vuist en laat weer los

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Vraag 5: na hoeveel keer verkeerd prikken moet je de venapunctie overdragen aan een collega?
A
1x
B
3x
C
2x
D
4x

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 6: mevr. Pietersen heeft een hematoom opgelopen tijdens de venapunctie. Wat betekent dit?
A
een blauwe plek op de plaats waar geprikt is
B
mevrouw lijdt aan een stollingsziekte.
C
huidafwijking op basis van een schimmel
D
mevrouw reageert heel extreem op aanprikken

Slide 20 - Quizvraag

Samenvatting (2)
- Na twee keer een mislukte prikpoging, vraag een collega. Iedere keer om toestemming van patiënt vragen

- Stuwband direct losmaken wanneer er meteen na inbrengen van de naald een bloeduitstorting ontstaat.

- Bloedbuizen rustig zwenken; niet schudden!

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting (3)
- Een patiënt valt minder vaak flauw als hij voor afname een halve liter water drinkt en tijdens de afname zijn bilspieren aanspant en de benen gekruist zijn.

- Naalden direct in naaldencontainer!

Slide 22 - Tekstslide

welke spullen heb je nodig voor een venapunctie?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

praktijklokaal en opdacht
6 studenten bij de arm voor venapunctie

Maak in take care van hfst 12 "infusie" vraag 20 t/m 24
en kennistoets digibib  



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide