Afweersysteem

BS 7 Het afweersysteem
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BS 7 Het afweersysteem

Slide 1 - Tekstslide

Afweersysteem
eerste verdedigingslinie: huid, slijm, maagzuur, trilharen neus--> maag
tweede verdedigingslinie: witte bloedcellen

Slide 2 - Tekstslide

Antigenen
Op de buitenkant van ziekteverwekkers ( oa bacteriën & virussen) zitten antigenen =( eiwitten aan de buitenkant).
Lichaamsvreemde antigenen activeren het immuunsysteem.
Ook per mens verschillend 
-->orgaandonatie is lastig

Slide 3 - Tekstslide

één manier om een ziekteverwekker te doden: eten!

Slide 4 - Tekstslide

Antistoffen
  • Antistoffen tegen antigenen

  • Specifiek tegen de ziekteverwekker

Slide 5 - Tekstslide

je lichaam herkent lichaamsvreemde cellen door dat deze
A
andere antistoffen hebben
B
er anders uit zien
C
andere antigenen hebben

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zien de antigenen van een coronavirus eruit?
A
Spijkertjes (spikes)
B
Bolletjes
C
Puntjes

Slide 7 - Quizvraag

Immuniteit
Bij een volgende infectie  worden er sneller  en meer antistoffen gemaakt, je wordt niet meer ziek door díé ziekteverwekker.
Natuurlijk: door doormaken infectie
Kunstmatig: door vaccinatie 

Corona: immuniteit is kort, vaccinatie zorgt voor mildere ziekte




Slide 8 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit: Vaccinatie/ inenting
Je wordt ingespoten met een dode/ verzwakte ziekteverwekker (of maar een stukje ervan). (extra: of het recept voor het antigeen --> mRNA)
De antigenen vallen je niet aan. De witte bloedcellen kunnen wel specifieke antistoffen leren maken 







Slide 9 - Tekstslide

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.

Slide 10 - Quizvraag

Allergische reactie
Een reactie van je immuunsysteem op een onschuldige lichaamsvreemde stof (allergeen).

Bijvoorbeeld  pinda's,
noten, --> risico anafylactische shock
Hooikoorts, nikkel, dierenhaar etc.
Roodheid, niezen, tranen, 
opgezwollen slijmvliezen


Slide 11 - Tekstslide