2hv th 1 bas 4 en 5

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
B
koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water
D
glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
B
koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water
D
glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof

Slide 1 - Quizvraag

Wat gaan we doen deze les
herhalen
uitleg borst en buikademhaling
uitleg gezonde longen

huiswerk maken/ nakijken

Slide 2 - Tekstslide

herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Welke orgaanstelsels spelen een rol bij verbranding?
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

ademhalingsstelsel: inademen

ademhalingsstelsel: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel

uitscheidingsstelsel

bloedvatenstelsel

Slide 5 - Sleepvraag

Wat gaat de longen uit en wat gaat de longen in?
Longen in

Longen uit

Zuurstof
Koolstofdioxide
Glucose
Water

Slide 6 - Sleepvraag

Bronchie
mondholte
Longblaasje
Neusholte
Luchtpijp
1
2
4
6
7

Slide 7 - Sleepvraag

Inademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen.  Zet de stappen in de goede volgorde.
1
2
3
4
De ribben en het borstbeen bewegen omhoog.
De borstholte wordt groter.
De longen worden groter.
Lucht stroomt naar binnen.

Slide 8 - Sleepvraag

Doelen
1.4.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Borstademhaling

Slide 11 - Tekstslide

a. Een spier die zich samentrekt bij de inademing, loopt........
b. tussenribspier moet samentrekken om de borstkas te verkleinen van een trapezewerker die ondersteboven hangt?


Slide 12 - Tekstslide

Borstademhaling
  • De ribben en het borstbeen bewegen omhoog.
  • Tussenribspieren spannen zich op. 
  • Borstholte wordt groter en de longen zuigen lucht aan. 
  • Bij ontspanning wordt de ruimte kleiner waardoor de lucht naar buiten wordt geperst.

Slide 13 - Tekstslide

Buikademhaling






               Inademen                                                                  uitademen

Slide 14 - Tekstslide

Buikademhaling
  • Middenrif en buikwand bewegen.
  • Middenrif trekt samen waardoor het omlaag beweegt.
  • Borstholte wordt groter, longen worden groter en zuigen lucht aan.

Slide 15 - Tekstslide

a. Leg uit welke spieren krachtig samentrekken bij het hoesten.

b. Welke spieren zijn bij de ademhaling de antagonisten van de buikspieren?



Slide 16 - Tekstslide

Bij buikademhaling
A
bewegen je ribben en borstbeen
B
bewegen het middenrif en de buikwand
C
bewegen alleen je ribben
D
beweegt alleen je middenrif

Slide 17 - Quizvraag


Mary moet door de longontsteking vaak hoesten. Als zij hoest, trekken haar buikspieren zich krachtig samen.
Als ze hoest beweegt haar middenrif....
A
omlaag
B
omhoog

Slide 18 - Quizvraag

De borstademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
vergroting van de longen

Slide 19 - Quizvraag

Borstademhaling bewegen :
A
Het middenrif en borstbeen
B
Het borstbeen en ribben
C
Het middenrif en ribben
D
Het middenrif

Slide 20 - Quizvraag

Neanderthalers
Onderzoekers hebben skeletten van Neanderthalers onderzocht. Deze prehistorische mens is ongeveer vijftigduizend jaar geleden uitgestorven. De onderzoekers ontdekten dat de borstkas van een Neanderthaler ongeveer even groot was als onze borstkas, maar het onderste deel was bij de Neanderthalers breder dan bij ons.
a. Verliep de gaswisseling bij Neanderthalers sneller dan, even snel als of minder snel dan bij ons? Leg je antwoord uit.

b.  waaruit blijkt dat Neanderthalers meer inspanning konden leveren dan de moderne mens zonder door de mond te ademen.

Slide 21 - Tekstslide

Gezonde longen
1.4

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kan je je longen
gezond houden ?

Slide 23 - Woordweb

Bewegen
  • Bewegen is goed voor je gezondheid.  Ook je longen worden sterker.
  • Grote inspanning → dieper inademen → versterking ademhalingsspieren.
  • Smog is ongezond.  Dit stof komt ook in je longen.  Beter sporten als er minder smog is (morgen of avond).

Slide 24 - Tekstslide

Frisse lucht
  • Veel leerlingen in een lokaal → zuurstof neemt af en koolstofdioxide neemt toe.
  • Hierdoor concentratieverlies, hoofdpijn en vermoeidheid.  
  • Bacteriën en virussen kunnen zich makkelijker verspreiden.
  • Ventileer regelmatig!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel CO2 mag er zijn?

Het CO2-gehalte van de lucht mag, idealiter, niet hoger zijn dan 900 ppm en mag in geen geval de norm van 1200 ppm overschrijden. 

Slide 28 - Tekstslide

Hooikoorts

Slide 29 - Tekstslide

Hooikoorts

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Kan door roken astma worden veroorzaakt?
En kan door roken COPD worden veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 32 - Quizvraag

Kinderen van rokende ouders roken vaker dan kinderen van niet-rokende ouders.

Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Als iedereen van mijn vriendengroep rookt, dan ga ik ook roken
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Rook is een mengsel.
Waaruit bestaat rook?
A
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video