3.4 Veilige stroomkring




3.4 Een veilige stroomkring
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




3.4 Een veilige stroomkring

Slide 1 - Tekstslide

Doel van par 3.4:
  • Weten wat bedoeld wordt met de huisinstalatie 
  • Van alle onderdelen van de huisinstalatie de functie  kunnen benoemen  en werking kunnen uitleggen.
  • Het verschil kunnen uitleggen tussen overbelasting en kortsluiting
  • Overbelasting kunnen berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Huisinstallatie: alle snoeren, stopcontacten en apparaten in huis. 
1. stroom binnen via hoofdkabel (beveiligd
met hoofdzekering
2. elektriciteitsmeter (meet verbruik in kWh)
3. aardlekschakelaar (meet inkomende en
uitgaande stroom in verband met lekstroom )
4. groepenkast (verdeling stroom in groepen)
5. elke groep beveiligd met eigen zekering
(tegen overbelasting)

Slide 4 - Tekstslide

Groepen
  •  Verschillende groepen: als  stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.
  • Apparaten die veel stroom verbruiken zoals  (af)wasmachine of droger staan op aparte groep

Slide 5 - Tekstslide

Zekering - beveiliging

Slide 6 - Tekstslide

Kortsluiting
B.v.  omdat een snoer is doorgesmolten, snoeren niet vast zitten in pootjes van stekker of als hamster snoer doorknaagt.  

Slide 7 - Tekstslide

Overbelasting
Zekering kan max 16 A aan.
Overbelasting berekenen:
P = U x I  dus
I = P apparaat /U huisinstallatie (=230V)
I > 16 A dan is er sprake van  overbelasting


Slide 8 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
  • Als stroom weglekt schakelt de aardlekschakelaa de hele huisinstallatie tegelijkertijd uit. 
  • Het lekken van stroom gebeurt als de buitenkant van het apparaat  onder stroom komt te staan (b.v. als er in het apparaat kortsluiting is en een stroomdraad contact maakt met de behuizing van het apparaat)

Slide 9 - Tekstslide

Randaarde
  • Stopcontact met randaarde voorkomt bij kortsluiting dat buitenkant apparaat onder stroom kan komen te staan. 
  • -> mensen en dieren beschermd tegen grote stroom.
  • Stopcontacten en stekkers met randaarde hebben een extra pin die is aangesloten op de geel/groene aarddraad

Slide 10 - Tekstslide

zonder randaarde             met randaarde

Slide 11 - Tekstslide

Zekering of smeltveiligheid
maximaal 16 A

Slide 12 - Tekstslide

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 13 - Quizvraag

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 14 - Quizvraag

De aardleiding (aardedraad)
A
schakelt de stroom uit bij een lekstroom
B
voert een lekstroom af naar de aarde
C
zet een apparaat uit bij een lekstroom

Slide 15 - Quizvraag

Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast

Slide 16 - Quizvraag

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
meneer van Zelst
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 17 - Quizvraag

evaluatie: wat is het belangrijkste dat je deze les hebt geleerd?

Slide 18 - Open vraag