Bi-4M-11.4 Uiterlijk voorspellen (Paulien)

Wat weet je nog van 11.1 t/m 11.3?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van 11.1 t/m 11.3?

Slide 1 - Tekstslide

Als uit een rode en een witte plant, roze planten ontstaan, dan is de overerving?
A
intermediair
B
recessief
C
homozygoot
D
heterozygoot

Slide 2 - Quizvraag

Aa is
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot Dominant
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot Dominant

Slide 3 - Quizvraag

AA is
A
homozygoot recessief
B
homozygoot dominant
C
heterozygoot

Slide 4 - Quizvraag

aa is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we de variant van een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk als het aanwezig is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Recessief
D
Dominant

Slide 6 - Quizvraag

Door meiose of reductiedeling ontstaan de geslachtscellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een cel met 46 chromosomen wordt na deling 2 cellen met ieder 46 chromosomen. Dit is...
A
Meiose / reductiedeling
B
Mitose/ gewone celdeling

Slide 8 - Quizvraag

A: Mitose/gewone celdeling vindt plaats bij groei en
herstel.
B: Meiose/reductiedeling vindt plaats bij het maken
van voortplantingscellen
A
A=juist B=onjuist
B
A=onjuist B=juist
C
A=onjuist B=onjuist
D
A=juist B=juist

Slide 9 - Quizvraag

In de cel van mijn huid zitten 46 chromosomen.
Hoeveel zitten er in de cel van mijn baarmoederwand en in mijn eicel?
A
baarmoederwand 46 eicel 46
B
baarmoederwand 46 eicel 23
C
baarmoederwand 23 eicel 23
D
baarmoederwand 23 eicel46

Slide 10 - Quizvraag

11.4 Uiterlijk voorspellen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is rood haar en blauwe ogen zo zeldzaam?

-Beide eigenschappen zijn recessieve eigenschappen
(van beide ouders rood en blauw krijgen)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Termen bij kruisingsschema's
Fenotypen: "uiterlijk" (donker haar , blauwe ogen, witte vacht enz)
Genotypen: de genen op de chromosomen (AA of Aa of aa)
Dominant gen: Gen dat altijd tot uiting komt in fenotype (,A of B)
Recessieve gen:  Gen dat alleen tot uiting in fenotype wanneer beide 
                                     recessief zijn ( aa of bb)
P-generatie: de ouders
F1-generatie: de kinderen
F2-generatie: kinderen van kinderen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak je een kruisingsschema?
Stap 1: Noteer de fenotype van de beide ouders.
Stap 2: noteer de bijbehorende genotype van de ouders
Stap 3: Noteer welke genen er in de voortplantingscellen 
                kunnen zitten (enkele genen)
Stap 4: Noteer de voortplantingscellen in het kruisingsschema.
Stap 5: Noteer de genotypen van de F1 ( met %)
Stap 6: Noteer de fenotypen van de F1 (met %)

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld kruisingsschema
25%
75%
zie bijv.bron3 blz. 114

Slide 17 - Tekstslide

Filmpje kruisingsschema's
Heb je het idee dat je de kruisingsschema's nog niet helemaal snapt en nog niet goed kan voorspellen welke nakomelingen er kunnen ontstaan?
Kijk dan dit filmpje voor de herhaling!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Oefenopdracht

Maak opdracht 8 blz 116 
Maak daarna van het stencil 
oefenopdracht erfelijkheid 11.3 en 11.4 opdr. 5 t/m 8
Gaat dit goed ga dan verder met opdrachten uit het werkboek

Slide 20 - Tekstslide

11.4 (Huis)werk
Zie IL
De rode opdrachten mag je overslaan als het goed gaat!

Slide 21 - Tekstslide