In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Is het hele werkwoord; lopen, maken, eten, bewegen etc.
Ik heb zin om een Big Mac te eten. --> IK KAN eten.
Twijfel je tussen -d of -t, gebruik dan weer 't X-kofschip
Stam (infinitief -en) --> eindigt het op een letter uit 't Xkofschip?
Ja --> t Nee --> d OF maak het woord langer om te horen wat je schrijft!
Voorbeelden:
Ik heb een Big Mac genomen, want die was afgeprijsd.
Afprijzen --> afprijz --> z zit niet in 't Xkofschip = d OF Afgeprijsde --> de = d
Mijn Big Mac was verbrand. Het vlees leek gekookt.
Koken --> Kok --> k zit in 't Xkofschip = t OF gekookte --> te = t
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.