AF Les 2 Gewrichten

AF les 2
Gewrichten
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

AF les 2
Gewrichten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week!



• Botverbindingen
• Vijf soorten gewrichten er zijn en voorbeelden.
  • Verschillende groepen botten
  • Botverbindingen
  • Vijf soorten botten en voorbeelden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten botten
  • Pijpbeenderen: deze botten zijn lang en dun.  
  • Korte beenderen: deze beenderen zijn meestal ongeveer zo breed als ze lang zijn. 
  • Platte beenderen: deze beenderen zijn breed en plat. 
  • Onregelmatig gevormde beenderen: tot deze groep behoren beenderen met een onregelmatigere vorm, die niet ingedeeld kunnen worden in de andere drie groepen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep botten hoort je kuitbeen?
A
Korte beenderen
B
Pijpbeenderen
C
Platte beenderen
D
Onregelmatig gevormde beenderen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten botten
  • Langebeenderen
  • Korte beenderen
  • Platte beenderen
  • Onregelmatige beenderen
  • Sesambeenderen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten botten
  • Pijpbeenderen bijv. dijbeen en opperarmbeen
  • Korte beenderen bijv. hand- en voetwortelbeentjes
  • Platte beenderen bijv. schouderblad en
    schedel
  • Onregelmatig gevormde beenderen bijv.
    ruggenwervels en bekken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Femer - dijbeen
Humerus - bovenarm
Extremiteiten - Je kunt de extremiteiten verdelen in boven en onder. De onderste extremiteit bestaat uit vier onderdelen: 
Dijbeen, bekkengordel met heupbeen en heiligbeen, scheenbeen en kuit, voet met voetwortel e.d.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beenverbindingen

Botten zijn op verschillende manieren aan elkaar verbonden. Soms om ze vast aan elkaar te zetten en soms om ze kunnen laten bewegen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbindingen
  • vergroeid: de botten zijn aan elkaar vastgegroeid.
  • Naadverbinding: Je ziet dan nog wel een naad bijv; je schedel
  • Kraakbeen: een klein beetje beweging is mogelijk: bijv; in je ribbenkast.
  • Gewrichten: Veel beweging is mogelijk: bijv; je hand, tussen alle verschillende botjes in je vingers zitten gewrichtjes. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten beenverbindingen (hoe botten aan elkaar zitten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botverbindingen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten verbindingen
  1. Met een naadverbinding (geen beweging meer mogelijk tussen de botten)
  2. Vergroeid (geen beweging meer mogelijk tussen de botten)
  3. Met kraakbeen (een beetje beweging mogelijk tussen de botten)
  4. Met een gewricht (veel beweging mogelijk tussen de botten)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hyalien kraakbeen: bestaat uit collageenvezels, kan vervormen. Trekvast, stevig (primaire kraakbeengewrichten) Bijv. de ribben.

Vezelig kraakbeen: bestaat uit veel collageenvezels en kan daardoor minder vervormen. (secundaire kraakbeengewrichten) Bijv. de tussenwervelschijven.

Kraakbeenverbinding

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de puberteit verdwijnen de groeischrijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Platte beenderen zijn breed en plat,
voorbeelden hiervan zijn:
Schouderblad & schedelbeenderen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thieme Meulenhoff
Maken tm 13
Vragen die bij je op komen, mail mij.
Eerder ga je niet weg

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week!



• Botverbindingen
• Vijf soorten gewrichten er zijn en voorbeelden.
  • Vragen van vorige les?
  • Vijf soorten botten en voorbeelden

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botverbinding met kraakbeenschijf er tussen

A
Symfyse
B
Naadverbinding
C
Gewricht

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

meest belangrijke en bewegelijke botverbinding
A
gewricht
B
symfyse
C
naadverbinding

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hallo allemaal,

Welkom bij lesdag 2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niv 3

  • Hoe zit een bot aan elkaar?
  • Hoe groeien botten aan elkaar?
  • Waarom is het goed om te wandelen voor je botten?
  • Wat gebeurd er met de beenspieren wanneer je rent?
  • Hoe zo worden de hersens van een baby zo groot ? 
  • Hoe zo word een spier langer als die ontspant? 
  • Wat is spierfibril ? 
  • Waarom kan een spier alleen verkorten ? 
  • Wat is glad en dwargestreept spierweefsel?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niv 4
De kenmerken en verschillen tussen soorten spierweefsel?
Wat zijn synergisten?
Wat zijn antanogisten?
Proces botopbouw -en afbraak
Waar is de achillespees aan gehecht?
Wat is de brandstof voor je spieren?
Kan een gewricht ook meer dan 2 botten aan elkaar verbinden?
Wat is het doel van de knieschijf?
Hoe zit de romp in elkaar? En of daar voorbeelden van zijn
Wat betekenen de woorden "Cervicale, lordose, thoracale, kyfose, lumbale en lordose"?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten gewrichten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewricht

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ................... is een verbinding tussen twee ................. 

Door een gewricht kunnen botten makkelijk .......................
Gewricht
Botten
bewegen

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van gewrichten

Een gewricht wordt meestal door twee botten gevormd.
Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere een gewrichtskom (zie afbeelding).  
De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.

Op het bot bevindt zich een laagje kraakbeen. Daardoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze minder snel.

Het gewrichtkapsel zit om het hele gewricht heen.  Hierdoor kan het gewrichtsslijm niet weglopen. In het gewrichtskapsel zitten de gewrichtsbanden.

De gewrichtsbanden houden de botten stevig bij elkaar.
Ook de spieren helpen daarbij.





6
gewrichtskogel
1
gewrichtsband
2
gewrichtskom
3
kraakbeen
4
gewrichtskapsel
5
gewrichtssmeer
Elleboog

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar/niet waar
de drie gewrichten zijn; rolgewricht, kogelgewricht en scharniergewricht
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen Idee

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom de botten

Gewrichtsband (kapselband): houdt botten bij elkaar. Alleen bij botten die veel belast worden!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht.
Word gemaakt door gewrichtskapsel.
Voorkomt slijtage.
Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bolle kant van een gewricht
De holle kant van een gewricht
vloeistof in gewricht
zorgt dat botten bij elkaar blijven
gewrichtskom
gewichtskogel
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schernier-gewricht
rol-gewricht
Kogel-gewricht

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botvorming kan op
twee manieren
plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botvorming in je schedel en sleutelbeen vindt plaats
vanuit kraakbeen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw botweefsel
wordt onder het botvlies
gemaakt d.m.v. osteoclasten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep botten hoort je bovenste halswervel, de atlas?
A
Korte beenderen
B
Pijpbeenderen
C
Platte beenderen
D
Onregelmatig gevormde beenderen

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thieme Meulenhoff
Maken t/m 13
Voor wie dit nog niet af heeft. 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WEEKEND!!!!

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies