Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.2 Zien
Huiswerk 3.1 af?
Paragraaf 3.1 opdr. 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Huiswerk 3.1 af?
Paragraaf 3.1 opdr. 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10
Slide 1 - Tekstslide
3.2 Zien
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen - 3.2 Zien
- Welke onderdelen zie je aan aan de
buitenkant
van het oog?
- Wat geeft
bescherming
aan je oog?
- Waar dient de
traanklier
voor?
- Uit welke
lagen
bestaat het oog?
- In welke
volgorde
valt licht het oog binnen?
- Welke functie heeft de
oogzenuw
?
- Wat is het
pupilreflex
?
- Hoe stelt de ooglens
scherp
wat je wil zien?
- Hoe kun je
diepte
zien?
- Wanneer heb je een
bril
nodig?
- Kun je uitleggen wat
verziend
en
bijziend
betekent?
Slide 3 - Tekstslide
Je ogen zijn twee
bollen
,
die in de holtes van je schedel liggen:
De oogkassen
Slide 4 - Tekstslide
Voorste deel van het oog
Wat zie je?
Slide 5 - Tekstslide
Iris
Pupil
Oogwit
Voorste deel van het oog
Slide 6 - Tekstslide
Wenkbrauwen
Oogleden
Wimpers
Traanklier
Traanvocht
Traanbuis
Voorste deel van het oog
Slide 7 - Tekstslide
Welk onderdeel van je oog "maakt" tranen als je huilt?
A
Traanbuis
B
Traanpees
C
Levertraan
D
Traanklier
Slide 8 - Quizvraag
Het oog heeft drie lagen
Harde oogvlies
- Doorzichtig deel is het hoornvlies
Vaatvlies
- Gekleurd deel is iris
- Gat in vaatvlies is pupil
Netvlies
Slide 9 - Tekstslide
donderdag:
leren blz 136 en 137
maken opdracht 7 tm 14 + 16
klaar? Ga vast naar de LessonUp of biologiepagina.nl
Slide 10 - Tekstslide
Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
Slide 11 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je ergens naar kijkt?
Licht valt op een voorwerp en wordt teruggekaatst.
Het teruggekaatste licht komt via het hoornvlies en de pupil het oog binnen.
De lens zorgt voor een scherp beeld op je netvlies
Zintuigcellen in het netvlies vangen de lichtprikkels op en zetten deze om in impulsen.
De impulsen gaan door de oogzenuw naar de hersenen.
In de hersenen word je je bewust van wat je ziet.
Slide 12 - Tekstslide
Binnenkant oog
Gele vlek - zie je het scherpst
Blinde vlek - oogzenuw
Glasachtig lichaam
Slide 13 - Tekstslide
De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Hoe bewegen ogen?
Slide 15 - Tekstslide
Hoe bewegen ogen?
Oogbollen zitten met spieren vast aan de oogkassen. Hierdoor kun je je ogen bewegen.
Het vetweefsel beschermt je ogen tegen schokken en stoten.
Slide 16 - Tekstslide
2e helft 3.2
herhalen
lenswerking
Slide 17 - Tekstslide
Pupil
Iris
Harde oogvlies
Traanklier
Traanbuis
Wimpers
Slide 18 - Sleepvraag
Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies
Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft
Slide 19 - Sleepvraag
Pupil
Vaatvlies
Netvlies
Gele vlek
Oogzenuw
Blinde vlek
Slide 20 - Sleepvraag
Pupil
Iris
Hoornvlies
Lens
Slide 21 - Sleepvraag
De blinde vlek........
A
wordt gekenmerkt door te veel zintuigcellen
B
is de plek waar de oogzenuw de oogbol verlaat
C
zit vlak achter de gele vlek
D
wordt op oudere leeftijd steeds groter
Slide 22 - Quizvraag
Testje
Pupilreflex
Slide 23 - Tekstslide
Pupilreflex
In het donker
In het licht
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Het beeld dat je oog binnenkomt wordt door de
lens
vervormd.
Hierdoor staat
verkleind
, in
spiegelbeeld
en
op de kop
op je
netvlies
.
Je
hersenen
vertalen het beeld weer naar het normale beeld.
Vervorming van het beeld
Slide 26 - Tekstslide
Bolle en platte lens
Slide 27 - Tekstslide
Bolle en platte lens
Accommoderen
Straallichaam
Slide 28 - Tekstslide
Waarom hebben wij twee ogen?
Slide 29 - Tekstslide
Testje:
Zie je met allebei de ogen hetzefde beeld?
Waarom hebben wij twee ogen?
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat is accommoderen?
A
Regelen van de hoeveelheid licht dat in het oog mag komen.
B
Scherpstellen van het oog door de bolling van de ooglens te veranderen.
C
Scherpstellen van het oog door de iris te vergroten of te verkleinen.
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer heb je een bril nodig?
1. Je kunt je ooglens niet goed plat of bol maken (accommoderen).
2. De vorm van je oogbol is te kort of te lang.
Verziend > bolle lenzen (+)
Bijziend > holle lenzen (-)
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Huiswerk:
Paragraaf 3.2 Blz. 144 en 145
Opdracht 24, 26 27 tm 28
Klaar?
Ga vast verder met je kaartjes
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
15.3 Gezichtszintuig dl1 (zelfstandig)
Maart 2024
- Les met
26 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
15.3+15.4 oog
Maart 2024
- Les met
17 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
14.2 Gezichtzintuig herh 5H
November 2023
- Les met
32 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.2 Zien dl2
Mei 2023
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
5H Herh. 14.2 Gezichtzintuig
Mei 2023
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D1BTh5 B4 Zien - lln
April 2019
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
14.2-1 Je gezichtszintuig 5H
Juni 2022
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.2 Zien
Januari 2024
- Les met
31 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1