3.5 Het immuunsysteem

programma week 5.2
  1. Terugblik - huiswerk
  2. uitleg bs 3.5 het immuunsysteem
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiting
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma week 5.2
  1. Terugblik - huiswerk
  2. uitleg bs 3.5 het immuunsysteem
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk was: afmaken en leren bs 3.4

Slide 2 - Tekstslide

Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen.
Door welke delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gekomen?

A
nierbekken – urineblaas – urinebuis - urineleider
B
urinebuis – urineblaas – urineleider – nierbekken.
C
urinebuis – urineleider – urineblaas – nierbekken.
D
urineleider – urinebuis – urineblaas – nierbekken.

Slide 3 - Quizvraag

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 4 - Sleepvraag

H3 De bloedsomloop




3.5 Het immuunsysteem 

Slide 5 - Tekstslide

Doelstellingen
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
3.5.10 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen, komen niet zo gemakkelijk je lichaam binnen. Lukt het ze toch, dan maken witte bloedcellen de ziekteverwekkers onschadelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Lichaamsvreemde stoffen
Stoffen die niet in je lichaam thuishoren, noem je lichaamsvreemde stoffen. Van lichaamsvreemde stoffen kun je ziek worden.

 Drie manieren om ziekteverwekkers buiten te houden:
je huid, je slijmvliezen en het zoutzuur in je maag.

Slide 7 - Tekstslide

Bacteriën, schimmels en virussen
Sommige bacteriën en schimmels zijn goed, maar soms zijn ze slecht (>ziekteverwekkers) en veroorzaken ze een infectie 



    
E. coli  (bacterie)        Candida schimmel                Coronavirus    -    Griepvirus                                      

Slide 8 - Tekstslide

Antigenen
Het immuunsysteem herkent virussen en andere ziekteverwekkers aan antigenen. 

Een antigeen is een eiwit op de buitenkant van een cel of van een virus. 

Lichaamsvreemde antigenen activeren het immuunsysteem.

Slide 9 - Tekstslide

Antistoffen
Bepaalde witte bloedcellen maken 
ziekteverwekkers onschadelijk door ze in te sluiten. 

 Een ander type witte bloedcel reageert op ziekteverwekkers door antistoffen te maken. 

Antistoffen zijn eiwitten die een ziekteverwekker onschadelijk maken.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Antigenen en antistoffen
Cellen kunnen herkend worden door antigenen
Wanneer je witte bloedcellen de lichaamsvreemde
 stoffen  gaat eten, leert het de antigenen kennen. 
Zo maken ze voor dat antigen een antistof.



Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot

Slide 12 - Tekstslide

Je eigen lichaam
Ook onze cellen hebben antigenen in het celmembraan, zo herkent je lichaam welke cellen van jou zijn en welke cellen lichaamsvreemd zijn.

Dit kan helaas ook fout gaan. Hoe heten de ziektes waar je lichaam je eigen cellen kapot maakt?

Slide 13 - Tekstslide

Allergie
Ook een allergie is een foutje in je immuunsysteem. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).

                                                                                                                       Anafylactische shock

Slide 14 - Tekstslide

Natuurlijke Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke 
antistoffen ze moeten maken, je wordt
zo immuun (kunt niet meer ziek worden).


Slide 15 - Tekstslide

Vaccinaties  - kunstmatige immuniteit
Een injectie dat bestaat het uit delen van een virus of bacterie of een verzwakte versie. Je lichaam wordt er niet of nauwelijks ziek door, maar je witte bloedcellen leren ze zo wel herkennen en onthouden!

Slide 16 - Tekstslide

Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Sommige virussen veranderen bijna nooit, sommige virussen veranderen helaas heel snel. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

wat
Bekijk de filmpjes op BVJ, daarna vragen maken
Hoe
Gebruik je laptop en oortjes om de filmpjes te bekijken. Lees daarna de tekst. Pas daarna ga je de vragen maken
Hulp
1) boek    2) medeleerling 3) docent
Tijd
20 minuten
Klaar
Opdrachten af?  

Huiswerk: leren en afmaken bs 3.5 

Slide 19 - Tekstslide

afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Eén type antistof kan zich aan verschillende typen ziekteverwekkers hechten.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een antigen?
A
Een eiwit dat het lichaam gebruikt voor bescherming tegen ziekteverwekkers
B
een lichaamsvreemd molecuul dat een afweereactie oproept
C
Een binnengedrongen bacterie of virus
D
een lichaamscel die wordt aangevallen door een binnegedrongen micro-organisme

Slide 22 - Quizvraag

Wat is hier de antistof?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 23 - Quizvraag

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.

Slide 24 - Quizvraag