1.4 Op de markt

1.4 Op de markt
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1.4 Op de markt

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet dat de vraag naar producten bepaalt hoeveel er verkocht wordt.
  • Je weet van wie het aanbod van producten komt.


  • Je weet dat de markt van een product bestaat uit alle vraag en aanbod.
  • Je kan met voorbeelden uitleggen wat marketing is.



Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 1.3

Slide 3 - Tekstslide

Met welke formule bereken ik de omzet?
A
Afzet x Brutowinst
B
Afzet x Verkoopprijs
C
Nettowinst x Verkoopprijs
D
Omzet - Afzet

Slide 4 - Quizvraag

Met welke formule bereken je de brutowinst?
A
Omzet + btw
B
Omzet + brutowinst
C
Omzet - Inkoopwaarde
D
Bedrijfskosten : aantal medewerkers

Slide 5 - Quizvraag

Met welke formule bereken je de nettowinst?
A
brutowinst - bedrijfskosten
B
omzet - brutowinst
C
btw x bedrijfskosten
D
afzet x omzet

Slide 6 - Quizvraag

Omzet = €110
Inkoopwaarde = €30,-
Brutowinst=....
A
€140,- winst
B
€80 verlies
C
€80,- winst
D
30x110 = €3.300,-winst

Slide 7 - Quizvraag

Noem voorbeelden van
bedrijfskosten

Slide 8 - Woordweb

Verkoopprijs is €100,-
BTW = 21%
Consumentenprijs = ...

Slide 9 - Open vraag

Je koopt een nieuwe telefoon. Deze kost zonder BTW € 433,-.
Je moet nog 21% BTW betalen. Hoe duur is de telefoon met BTW?
A
90,93
B
342,07
C
453,62
D
523,93

Slide 10 - Quizvraag

Wie willen het kopen?
  • Jij wilt een nieuw product hebben, bijv. telefoon
- Jij veroorzaakt meer vraag naar dit product
  • Vraag: Alles wat mensen willen kopen

  • Afhankelijk van product, tijd of uitkomst andere vraag
  • bijv.: nieuwe spelcomputer of ijs in de zomer

Slide 11 - Tekstslide

Wie bieden het te koop aan?
  • Jij wilt een nieuw product hebben:
- Een producent biedt daarvoor aanbod
  • Aanbod: Alles wat producenten aanbieden (goederen/dienst) bijv. bakker, fietsenmaker, supermarkt, enz.
  • Aanbod is afhankelijk van de vraag in een een gebied

Slide 12 - Tekstslide

Een markt voor elk product
  • In de middeleeuwen stonden markten vaak op een bereikbaar punt: kruispunt, langs de rivier
  • Iedereen bracht hier spullen
    om te ruilen/kopen
  • Steeds meer handelaren wonen bij markt
    Marktplaatsen groeien uit tot steden

Slide 13 - Tekstslide

Markt
  • Een markt bij de economie is anders
  • Markt: Totaal van alle vraag en aanbod van een product, bijv.: markt voor huizen, energie, telefoons, enz.
  • De prijs van een product wordt
    bepaald door vraag en aanbod

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Proberen om meer te verkopen
  • Op borden, op auto's, het internet: overal vind je wel reclame
  • Door goede marketing hopen bedrijven dat mensen sneller hun product kopen. 

  • Marketing: Alles wat een bedrijf
    doet om meer te verkopen

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 1.4
Maken blz. 27 t/m 34

Slide 17 - Tekstslide