In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Deze les:
Uitleg en opdrachten KA 15 t/m 17
Slide 1 - Tekstslide
Waarom groeien sommige nederzettingen uit tot steden en andere niet?
Slide 2 - Open vraag
Waarom is de opkomst van de steden een verzwakking van het feodale stelsel?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
15
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
16
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Geef een aantal redenen waarom de Paus tot kruistocht opriep.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Geef voor -en nadelen van de kuistochten
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
17
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
begin van staatsvorming en centralisatie
-> Staatsvorming
-> centralisme
Slide 19 - Tekstslide
Dagelijks bestuur bij: leenmannen
Dagelijks bestuur bij: ambtenaren
Rechtspraak bij adel
Centrale wetgeving
Leger: ridders
Wetgeving per leen
Rechtspraak bij ambtenaren
Leger: huursoldaten
Slide 20 - Sleepvraag
Een anekdote: In 1146 kreeg abt Bernardus van Clairvaux van paus Eugenius III de opdracht een preek te houden. Hij moest daarin zeggen: "haast u om voor uw zonden te boeten door de ongelovigen te verslaan. (…) Christelijke strijders, Jezus die zijn leven voor u gaf, vraagt nu het uwe ervoor terug. Deze strijd is u waardig, de strijd waarin het glorieus is te veroveren en voordelig om te sterven."
Een conclusie: de paus wilde met deze preek een doelstelling van de katholieke kerk in de late middeleeuwen ondersteunen.
Leg deze conclusie uit met een passend gegeven uit de preek.
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Door te laten zeggen dat een ridder van Christus voor zijn zonden kan boeten door ongelovigen te verslaan / dat Christus wil dat de ridders gaan strijden, wilde de paus de expansie van het christendom naar buiten toe ondersteunen / steun krijgen voor het houden van een kruistocht.
Slide 22 - Tekstslide
In de late middeleeuwen kwam het vaak voor dat een vorst, na zijn
troonsbestijging, met een feestelijke intocht werd verwelkomd door de burgers van een stad in zijn rijk. Bij zulke intochten legden de burgers een eed van trouw af aan de vorst. Op zijn beurt beloofde de vorst plechtig de rechten en privileges van de burgers te zullen respecteren.
Leg uit dat dit soort intochten passen bij een kenmerkend aspect uit de late middeleeuwen, maar ook aansluiten bij het feodalisme uit de vroege middeleeuwen.
Slide 23 - Tekstslide
Kern van een juist antwoord is:
Dit soort intochten
• past bij 'de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden' (of een omschrijving daarvan), want vorsten vonden het blijkbaar belangrijk zich te verzekeren van de trouw van de steden/burgers, wat wijst op het groeiende belang van die steden/burgers 1
• sluiten ook aan bij het feodalisme, omdat de vorst en burgers wederzijds eden aflegden / de burgers (alsof zij vazallen waren) trouw zwoeren aan de vorst / de vorst zwoer de rechten en privileges van de burgers te zullen respecteren (alsof hij de leenheer was) 1
Slide 24 - Tekstslide
antwoord vraag 3:
Argument voor de betrouwbaarheid is dat Niketas Choniates deze
gebeurtenis zelf heeft meegemaakt en kort na de gebeurtenis heeft
opgeschreven. (1p)
– Een argument tegen de betrouwbaarheid is dat Niketas Choniates als
orthodoxe christen, de handelingen van de rooms-katholieke veroveraars
misschien heeft aangedikt /, omdat Niketas Choniates zelf persoonlijk schade
heeft ondervonden van deze gebeurtenissen. Wellicht heeft hij daarom de