Van breuk naar decimaal getal

Wat is het verschil tussen een gewone breuk en een decimaal getal?

1 / 14

Slide 1: Open vraag

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen een gewone breuk en een decimaal getal?

Slide 1 - Open vraag

Met de rekenmachine maken we van een 'gewone' breuk een decimaal getal.

Tik de breuk en druk daarna op S<>D

= 0,625

Schrijf een komma, geen punt!!!!!

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 2 - Tekstslide

Met de rekenmachine maken we van een 'gewone' breuk een decimaal getal.

Tik de breuk 8

eerst shift gebruiken, dan de breukknop

tiik dan de breuk 8

8 = 8,35

Schrijf een komma, geen punt!!!!!

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 3 - Tekstslide

'Schrijf als decimaal getal.

Slide 4 - Tekstslide

'Schrijf als decimaal getal.

0,64

12,8

6,52

17,325

Slide 5 - Tekstslide

schrijf decimaal

8 \frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 5 0 0 ​} =

Slide 6 - Open vraag

Andersom: van decimaal getal naar breuk.

eerste cijfer na de komma zijn tienden

tweede decimaal: honderdsten

derde decimaal: duizendsten

enz..

3,8 = 3 = 3 vereenvoudig met je rekenmachine

12, 56 = 12 = 12

\frac{​ 5 6 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf als 'gewone' breuk:

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf als 'gewone' breuk:

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

4 = 4

\frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

9 = 9

6 = 6

\frac{​ 6 5 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 2 5 ​}

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf als gewone breuk:

3,4 =

2,35 =

8,625 =

3 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​} = 3 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

2 \frac{​ 3 5 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} = 2 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 0 ​}

8 \frac{​ 6 2 5 ​ ​}{​ 1 0 0 0 ​} = 8 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf als gewone breuk
6,45

6 45/1000

6 45/10

6 9/20

6 11/20

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf decimaal (kun je dit zonder rekenmachine?):

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf decimaal (kun je dit zonder rekenmachine?):

= 4,8

= 3,09

= 6,2

= 2,375

Slide 13 - Tekstslide

huiswerk

Tekst

Slide 14 - Tekstslide

Van breuk naar decimaal getal

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Kommagetallen.

Test jezelf

klas 3.7

HV1A 1-2-2021

Par 3.4 decimalen getallen

1 Gelijke breuken 2

1 Getallen - Decimale getallen

Hoofdstuk 8 §3 & §4