vrijdag 14 januari

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
regels en straf

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
regels en straf

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Tekstslide

de jeugd
  • de jonge mensen
  • ongeveer van 0 tot 18 jaar
  • nog niet volwassen/nog niet oud
  • Zin: De jeugd van tegenwoordig houdt van gamen.
  • Zin:  'De jeugd heeft de toekomst' betekent dat je nog veel tijd hebt om nieuwe dingen te doen. 

Slide 2 - Tekstslide

de leeftijd
  • het aantal jaar dat je al leeft
  • hoeveel jaar je bent
  • hoe oud je bent
  • Zin: Naar deze film mogen kinderen in de leeftijd van 6-12 jaar.
  • Zin: Ik kan niet meer zo goed zien, dat komt door mijn leeftijd.
  • Zin: Hij is 14 jaar, dat is zijn leeftijd.

Slide 3 - Tekstslide

mogelijk
  • iets wat mogelijk is, kan gebeuren of kun je doen
  • iets wat kan gebeuren, het zou kunnen, je weet het niet zeker
  • er is een kans dat iets gebeurt
  • de mogelijkheid = de kans
  • Zin: Mogelijk heb je toch corona opgelopen.
  • Zin: Het is mogelijk om later rijk te worden, maar de kans is niet zo groot. 

Slide 4 - Tekstslide

ontdekken
  • te weten komen wat nog niet bekend was
  • je bent verrast
  • de ontdekking: iets wat nieuw is
  • ik ontdek, ik ontdekte, ik heb ontdekt
  • Zin: De jeugd ontdekt graag nieuwe dingen.
  • Zin: Ik ontdekte dat een andere taal leren                                   niet zo makkelijk is. 

Slide 5 - Tekstslide

de spanning
  • het gevoel dat je hebt als je zenuwachtig  bent over iets dat gaat gebeuren
  • gezonde spanning: bij iets wat je leuk vindt
  • ongezonde spanning: als je een beetje bang bent
  • Zin: De rapper voelde gezonde spanning toen hij moest gaan optreden. 
  • Zin: Als ik een toets moet maken voel ik de spanning in mijn buik, ik vind het spannend. 

Slide 6 - Tekstslide

Waar zie jij hier
de jeugd?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

De jeugd heeft de toekomst!
Waar lees je de betekenis van deze uitspraak?
A
Jonge mensen hebben nog veel tijd om nieuwe dingen te doen.
B
Jonge mensen zijn te laat voor de toekomst.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dezelfde betekenis van
de leeftijd
(er zijn meer antwoorden goed)
A
dat je al oud bent
B
hoeveel jaar je al leeft
C
hoe oud je bent
D
hoeveel jaar je bent

Slide 9 - Quizvraag

Maak een zin met
leeftijd

Slide 10 - Open vraag

Vul in: (er zijn twee goede antwoorden)
Het is ......................dat ik A2 ga halen, dat hoop ik.
A
een zekerheid
B
mogelijk
C
een mogelijkheid
D
zeker

Slide 11 - Quizvraag

Andere woorden voor
mogelijk
(er zijn meer goede antwoorden)

A
zou kunnen
B
eventueel
C
het kan
D
misschien

Slide 12 - Quizvraag

Als je iets ontdekt dan........

A
zie of leer je iets wat al bekend is
B
heb je iets nieuws gezien of geleerd
C
weet je iets wat je al eerder wist
D
vind je iets saai

Slide 13 - Quizvraag

Wat vond jij in Nederland
de gekste ontdekking?

Slide 14 - Woordweb

Als je spanning voelt dan voel je je .......
A
nerveus
B
gelukkig
C
blij
D
onzeker

Slide 15 - Quizvraag

Vul in deze zin het goede woord in:
Door ............. heb ik op mijn nagels gebeten.

A
de honger
B
de slaap
C
vrolijkheid
D
spanning

Slide 16 - Quizvraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
spanning, de jeugd, leeftijd, mogelijk, ontdekken

Slide 17 - Tekstslide