220930 lezen §2 + oefentoets spelling §7, 8 en 9

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom H1a! 

We beginnen gelijk met lezen, dus pak je leesboek!

Lezen

Planning eerste periode:

Spelling

§1 t/m 4
§7 t/m 11

Leesvaardigheid

§1 t/m 3

Fictie (boek lezen

Toetsen eerste periode:

Spelling

Dinsdag 11 oktober

Leesvaardigheid

Telt 2x mee

In week 44 (rond 1 november)

Fictie (boek lezen

Moet afgerond zijn.

In week 44 (rond 1 november)

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk bespreken (spelling §8)
2. Oefentoetsje spelling §7, 8 en 9
3. Pauze
4. Uitleg lezen §2
5. Oefenen leesvaardigheid

spelling §8 - opdracht 2 (blz. 254)

spelling §8 - opdracht 4 (blz. 254)

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk bespreken (spelling §8)
2. Oefentoetsje spelling §7, 8 en 9
3. Pauze
4. Uitleg lezen §2
   
5. Oefenen leesvaardigheid

Oefentoetsje spelling §7-9

1. Ga naar LessonUp.
2. Log in > met eigen mail of met schoolaccount
3. Gebruik de code: eiffm
4. Kies de module spelling
5. De toets staat al klaar
6. Maak de toets spelling §1-4

Klaar? Start dan vast met de opdrachten van lezen §2 > opdr. 1, 2 en 3.

Pauze

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk bespreken (spelling §8)
2. Oefentoetsje spelling §7, 8 en 9
3. Pauze
4. Uitleg lezen §2
   
5. Oefenen leesvaardigheid

Lezen §2

Het onderwerp van een tekst.

Lees niet snel, maar slim!

Oriënterend lezen

Lezen §2

De hoofdgedachte van een tekst.

• Een zin die het belangrijkste samenvat wat er over het onderwerp gezegd wordt.
  
  
• Het is nooit een vraagzin!
  
  
• Staat vaak in de eerste of laatste alinea.

Het onderwerp van een tekst

1. Vind je door te vragen: wie/wat + persoonsvorm?
2. Geeft in het kort aan waar een tekst over gaat.
3. Vind ik door een tekst helemaal van A-Z te lezen.
4. Geeft in een hele zin aan waar een tekst over gaat.

Het onderwerp van een tekst bestaat uit

1. Een hele zin.
2. Maximaal 5 woorden.

Als ik een tekst oriënterend lees, dan

1. kijk ik naar de titel, plaatjes, tussenkopjes en dikgedrukte woorden.
2. kijk ik naar de eerste en laatste regel van elke alinea.
3. kijk ik naar de hele tekst.
4. kijk ik naar de titel.

De hoofdgedachte van een tekst

1. geeft in één zin aan waar de tekst over gaat.
2. is de belangrijkste persoon uit een tekst.
3. vind ik door de tekst globaal te lezen.

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk bespreken (spelling §8)
2. Oefentoetsje spelling §7, 8 en 9
3. Pauze
4. Uitleg lezen §2
   
5. Oefenen leesvaardigheid

Oefenen lezen §2 (blz. 18)

Ik denk dat ik het snap:

Maak online opdracht 1, 2, 3, 7 en 8.

Ik wil extra uitleg:

We doen opdracht 1 samen. 

Daarna maak je opdracht 2, 3, 7 en 8.

Volgende les:

Spelling §10

Dit gaat over:

• het voltooid en onvoltooid
  deelwoord

Lezen §2 (verder werken)

Dit gaat over:

• Het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst.