220923 spelling §7 + 9

Welkom H1a! 
We beginnen gelijk met lezen, dus pak je leesboek!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H1a! 
We beginnen gelijk met lezen, dus pak je leesboek!

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning eerste periode:
Spelling
§1 t/m 4
§7 t/m 11

Leesvaardigheid
§1 t/m 3


Fictie (boek lezen

Toetsen eerste periode:
Spelling
Telt 1x mee
In week 41 (rond 10 oktober)

Leesvaardigheid
Telt 2x mee
In week 44 (rond 1 november)

Fictie (boek lezen
Moet afgerond zijn.
In week 44 (rond 1 november)


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (lezen opdracht 9+11)
  2. Oefentoetsje spelling §1-4 nakijken
  3. Uitleg spelling §7 + §9
  4. Pauze
  5. Tijd voor huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 9 (blz. 17)

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 11 (blz. 17)

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (lezen opdracht 9+11)
  2. Oefentoetsje spelling §1-4 nakijken
  3. Uitleg spelling §7 + §9
  4. Pauze
  5. Tijd voor huiswerk

Slide 7 - Tekstslide

Oefentoetsje nakijken
  1. Ga naar LessonUp
  2. Log in met je e-mail.
  3. Ga naar de Nederlands lessen
  4. Bekijk de uitslag en de feedback,

Heb je een onvoldoende? > vakflex Nederlands voor extra oefenen met spelling §1-4

Lager dan een 6,5? > Zelfstandig extra oefenen via www.cambiumned.nl 
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (lezen opdracht 9+11)
  2. Oefentoetsje spelling §1-4 nakijken
  3. Uitleg spelling §7 + §9
  4. Pauze
  5. Tijd voor huiswerk

Slide 9 - Tekstslide

Spelling §7
Persoonsvorm:
Dat is het enige werkwoord in een zin waaraan je kan zien of het nu gebeurt of in het verleden.

Ik ben boos.
Ik was boos.

Ik ben naar huis gelopen, want mijn fiets is gestolen.
Ik was naar huis gelopen, want mijn fiets was gestolen.

Slide 10 - Tekstslide

Spelling §7
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

  1. Je gaat eerst op zoek naar de ik-vorm.
    Hele werkwoord - en.
werken - werk
vinden - vind
liggen - lig
lopen - loop




Slide 11 - Tekstslide

Spelling §7
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

2. Over wie gaat het?

ik loop

jij loop
hij loop
loop jij
wij lopen




Slide 12 - Tekstslide

Spelling §7
Fietsen:
Ik ..... naar huis.
Jij ..... naar huis.
Hij ..... naar huis.

Worden:
Ik ..... morgen 13 jaar.
Jij ..... morgen 13 jaar.
Hij ..... morgen 13 jaar.




timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste persoonsvorm in:
  1. Mijn buurman .... (reizen) elke dag voor zijn werk van Groningen naar Drachten.
  2. Al jaren .... (spelen) Anieks zus volleybal.
  3. ....(Blijven) kip met patat en appelmoes altijd jouw favoriete gerecht? 
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Spelling §9
Sterke werkwoorden:

Ik zwem > ik zwom

Ik loop > ik liep

Ik val > ik viel

Slide 15 - Tekstslide

Spelling §9
Sterke werkwoorden schrijf je in de verleden tijd zo simpel mogelijk!

glijden > .....
gieten > .....
schrikken > .....

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf de pvvt
  1. Gisteren .... (rijden) de trein volgens schema; Mo .... (komen) daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.
  2. De journalist .... (houden) zich aan de afspraak.
  3. In Afrika .... (zien) wij iets unieks: een luipaard .... (verslinden) een leeuw.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf de pvvt
  1. Gisteren reed de trein volgens schema; Mo kwam daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.
  2. De journalist hield zich aan de afspraak.
  3. In Afrika zagen wij iets unieks: een luipaard verslond een leeuw.

Slide 18 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (lezen opdracht 9+11)
  2. Oefentoetsje spelling §1-4 nakijken
  3. Uitleg spelling §7 + §9
  4. Pauze
  5. Tijd voor huiswerk

Slide 19 - Tekstslide

Pauze
timer
4:00

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (lezen opdracht 9+11)
  2. Oefentoetsje spelling §1-4 nakijken
  3. Uitleg spelling §7 + §9
  4. Pauze
  5. Tijd voor huiswerk

Slide 21 - Tekstslide

Spelling §7

Maak online de opdrachten die voor jou beschikbaar komen.

Werkt je IPad niet?

Maak dan opdracht 1, 3, 4 en 5 (blz. 253)
Spelling §9

Maak online opdracht 1 en 2.


Werkt je IPad niet?

Maak dan opdracht 1 en 2 (blz. 256)


Slide 22 - Tekstslide

Volgende les:
Spelling §8
Dit gaat over: 
  • persoonsvorm verleden tijd van
    zwakke werkwoorden
Oefenen van spelling § 7, 8 en 9.
Dit gaat over:
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm verleden tijd (zwakke en sterke werkwoorden)

Slide 23 - Tekstslide