Formuleren 5-vwo

Formuleren 5-vwo, nieuwe stof
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren 5-vwo, nieuwe stof

Slide 1 - Tekstslide

5. Samentrekking
Oude  (...) en nieuwe schoenen

Bij samentrekking laat je dus een deel van de zin weg


Slide 2 - Tekstslide

Voorwaarden voor samentrekking 
Als je twee zinsgedeelten samenvoegt met en of maar, mag je delen die hetzelfde zijn in de tweede zin weglaten als:
  • de grammaticale vorm (enkelvoud/meervoud)
  • de volgorde (t.o.v. de persoonsvorm)
  • de grammaticale functie (O, WG/NG, LV etc.)
  • en de betekenis hetzelfde is.

Slide 3 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
1. *Bij de stad wordt een zwembad en (…) tennisbanen aangelegd.
2. *Graag nodigen we je uit en hopen dat je er bij bent. 
3. *Ze heeft het druk en (…) daarom pas om 10.00 uur naar school gebeld.
4. *Bert zette eerst koffie en (…) daarna de verwarming aan.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe los je het op?
Voeg het foutief weggelaten woord weer toe, maar let op: alleen het woord dat nodig is:

Ze heeft het druk en heeft daarom pas om 10.00 uur gebeld.

Slide 5 - Tekstslide

Goed of fout?
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
fout, vanwege de vorm
B
fout, vanwege de volgorde
C
fout, vanwege de functie
D
goed

Slide 6 - Quizvraag

Goed of fout?

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van zijn publiek aan.
A
fout, vanwege de vorm
B
fout, vanwege de betekenis
C
fout, vanwege de functie
D
goed

Slide 7 - Quizvraag

Welke samentrekking is goed?
A
Anne maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
B
Jan spaart voor motorrijles en Anne voor rijles.
C
Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al af.
D
Er werd een surprise en rijmen gemaakt.

Slide 8 - Quizvraag

Snap je wanneer een samentrekking onjuist is?
A
Ja
B
Nee, ik wil graag meer uitleg

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 1: 
Verbeter, indien nodig, de zin en noteer ook waarom het fout is (vorm, functie betekenis, volgorde).
Als je klaar bent, ga je verder met opdracht 2.

Slide 10 - Tekstslide

Zin 1 is:
A
goed
B
fout vanwege de vorm
C
fout vanwege de grammaticale functie
D
fout vanwege de betekenis

Slide 11 - Quizvraag

Zin 2 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
fout vanwege de grammaticale functie
D
fout vanwege de volgorde t.o.v. pv

Slide 12 - Quizvraag

Zin 3 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
betekenis

Slide 13 - Quizvraag

Zin 4 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
volgorde t.o.v. pv

Slide 14 - Quizvraag

Zin 5 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
betekenis

Slide 15 - Quizvraag

Zin 6 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
volgorde

Slide 16 - Quizvraag

Zin 7 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
betekenis

Slide 17 - Quizvraag

Zin 8 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
betekenis

Slide 18 - Quizvraag

Zin 9 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
betekenis

Slide 19 - Quizvraag

Zin 10 is:
A
goed
B
fout vanwege vorm
C
functie
D
betekenis

Slide 20 - Quizvraag

5. Beknopte bijzin
Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp.

Reizend door Italië, zagen we de mooiste landschappen.

Slide 21 - Tekstslide

5. Beknopte bijzin 
Een beknopte bijzin wordt gevormd door:
  • een voltooid deelwoord
  • te + infinitief
  • een onvoltooid deelwoord
Het ‘verzwegen’ onderwerp moet gelijk zijn aan het (echte) onderwerp in de hoofdzin.

Slide 22 - Tekstslide

1. Bij de haven aangekomen, bleek de boot net vertrokken.
  • Wat is de beknopte bijzin?
  • Wat is het ‘verzwegen’ onderwerp?
  • Is dat gelijk aan het onderwerp van de hoofdzin?
  • Ja? De zin is goed.
  • Nee? Voeg het onderwerp toe aan de beknopte bijzin.

Slide 23 - Tekstslide

2. Na de bomen te hebben omgehakt, werd het gras door mijn vader gemaaid.

  • Wat is de beknopte bijzin?
  • Is het O gelijk aan het echte O?
  • Verbeter zo nodig de zin.

Slide 24 - Tekstslide

3. Luid kakelend, joeg de boer de kippen het hok uit.
  • Wat is de beknopte bijzin?
  • Is het ‘verzwegen’ O gelijk aan het echte O?
  • Verbeter zo nodig de zin.

Slide 25 - Tekstslide



Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag



Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Reizend door Italië, trokken de mooiste landschappen aan ons voorbij.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Welke zin is goed (opdr. 1 blz. 242)?

Slide 29 - Tekstslide

Zin 1
A
correct
B
correct

Slide 30 - Quizvraag

2
A
correct
B
correct

Slide 31 - Quizvraag

3
A
correct
B
correct

Slide 32 - Quizvraag

4
A
correct
B
correct

Slide 33 - Quizvraag

5
A
correct
B
correct

Slide 34 - Quizvraag

Snap je wanneer een beknopte bijzin onjuist is?
A
ja
B
nee, ik wil graag meer uitleg

Slide 35 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht  1 en 4

Slide 36 - Tekstslide

7. Zinnen onjuist begrenzen
- Losstaand zinsgedeelte, na een voegwoord (doordat, terwijl, als, etc)
* Hij heeft nog geen zin om op te staan. Hoewel hij moet werken. 

- Zinnen aan elkaar plakken, zonder voegwoord (en, of, maar, want, dus). 
* Veel studenten zijn tegen het leenstelsel, volgens hen lopen de leningen te hoog op.                                               Oplossing: zet een komma, of juist een punt!

Slide 37 - Tekstslide

Wij gaan zondag naar familie. Want mijn moeder is jarig.
A
goed
B
fout

Slide 38 - Quizvraag

Wij gaan zondag naar mijn moeder, ze moet dus maar een lekkere taart gaan bakken.
A
goed
B
fout

Slide 39 - Quizvraag

8. Inversie = omkering van gewone woordvolgorde 
O-PV
Ik ga morgen naar een concert. O-PV
Morgen ga ik naar een concert. PV-O = inversie 
Dat mag als er een ander eerste zinsdeel dan het onderwerp voorop staat, of als het een vraag is.

Slide 40 - Tekstslide

Inversie bij samentrekking

Morgen ga ik naar een concert en ben ik laat thuis. 
(inversie na weggelaten deel, morgen).

Slide 41 - Tekstslide

Foutieve inversie na weglating
*Morgen ga ik naar een concert en ben ik dus overmorgen wat later op school. 
(Morgen kan hier niet samengetrokken worden!)Oplossing: 
Inversie opheffen: … en ik ben dus overmorgen wat later op school.
Eerste zinsdeel toevoegen: …en dus ben ik overmorgen wat later op school.

Slide 42 - Tekstslide

juiste, of onjuiste inversie? (en waarom...)

In Punda gingen we naar de bioscoop en waren we
gezellig uit.
A
juiste inversie
B
onjuiste inversie

Slide 43 - Quizvraag

Gisteravond maakte hij het te laat en is hij dus vandaag niet te genieten.
A
inversie
B
geen inversie
C
onjuiste inversie

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

9. Geen symmetrie
* Men zegt dat, maar ze zeggen zoveel.
* Amerikanen houden van overdrijving; de Nederlander is bescheiden.
*Ik houd van goede boeken, lekker eten en dat mijn leerlingen zich respectvol gedragen.


Slide 46 - Tekstslide

Oplossing
Ik houd van goede boeken, lekker eten en respectvolle leerlingen.

Slide 47 - Tekstslide

De conciërge vindt het belangrijk om de rust in de gang te bewaren en dat er geen rommel op de grond gegooid wordt.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 48 - Quizvraag

1. Veel mannen zien het nut van schoonheidsbehandelingen voor henzelf niet in, maar de moderne man zou best eens wat meer aandacht aan zijn uiterlijk kunnen besteden.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 49 - Quizvraag

Veel mensen bezoeken de bibliotheek om boeken te lenen en om tijdschriften te lezen.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 50 - Quizvraag

Ik snap fout 7 (begrenzen), 8 (inversie) en 9 (symmetrie)
A
ja
B
nee, ik wil meer uitleg

Slide 51 - Quizvraag

Aan de slag
Maak bij paragraaf 7, 8, en 9, steeds opdracht 1
Als je klaar bent, ga je lezen!

Slide 52 - Tekstslide