25 mei

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 9B.  
  • Vertalen 9C. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 9B.  
  • Vertalen 9C. 

Slide 1 - Tekstslide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide

A De genitivus absolutus
  • a Het zijn bijzinnen.
  • b Zeus Διός
  • Semele Σεμέλης
  • Semele Σεμέλης
  • c in de genitivus
  • d participia

Slide 4 - Tekstslide

A De genitivus absolutus
  • e gen. ev mnl.
  • gen. ev vrl.
  • gen. ev vrl.
  • de participia congrueren met de onderwerpen
  • f het is drie keer een ptc. van de aoristus
  • g omdat/toen Zeus haar beloofde

Slide 5 - Tekstslide

A De genitivus absolutus
  • i znw. / of pers. vnw. of een naam
  • participium
  • bijzin

Slide 6 - Tekstslide

A De genitivus absolutus
  • j 1 Toen de ouders afwezig waren / bij afwezigheid van de ouders / tijdens de afwezigheid
  • van de ouders, roofden twee mannen Alexandros.
  • 2 Terwijl de meisjes binnen blijven, trainen de jongens zich.
  • 3 Nadat Philippos dat gezegd had, begonnen allen te lachen.
  • 4 Wanneer de menigte luistert, is Glaukon bang.

Slide 7 - Tekstslide

B Het werkwoord
  • 1 a de θ
  • b 3 ev
  • c ἐρασθείς nom. ev mnl.
  • ἐξαπατηθεῖσα nom. ev vrl.
  • αἰτηθέν acc. ev onz.
  • ἐξαμβλωθέν acc. ev onz.
  • 2 3 ev praes. act.

Slide 8 - Tekstslide

B Het werkwoord
  • 3 a inf. fut. act.
  • b nom. ev mnl. ptc. praes. med.
  • c inf. aor. act.
  • d nom. ev mnl. ptc. aor. act
  • e 3 ev aor. act.
  • f inf. aor. med.
  • 4 In het praesens en ze zijn vertaald met een verleden tijd.

Slide 9 - Tekstslide

C Vragen over de tekst
  • 1 a Ἥρας κρύφα
  • b μνηστευόμενος Ἥραν
  • c καταψεύσασθαι Διός
  • 2 a inf. perf. med.
  • b het resultaat van het samen slapen: ze is zwanger
  • c ‘dat ze zwanger was van een of andere sterveling’.
  • 3 r. 11 ἐν-έρραψε

Slide 10 - Tekstslide

καὶ γὰρ αὐτὸς ἐνδιέτριψα τῇ Ἴδῃ,
ὁπότε δὴ ὁ Ζεὺς ἤρα τοῦ μειρακίου τοῦ Φρυγός,

Slide 11 - Open vraag

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 9
  • Vertaal 9C, af.

    Dit is huiswerk voor 7 juni. 

Slide 12 - Tekstslide