Beeldspraak - vergelijking, metafoor, personificatie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat doen we?

• Stillezen 10 min.
  
  
• Vergelijking
• Metafoor
• Personificatie
  
  
• Oefenen met beeldspraak 
  
• Blooket spreekwoorden

Beeldspraak: vergelijking

In een vergelijking zet je 2 dingen naast elkaar die op elkaar lijken. 

Je hebt het OBJECT (O) en het BEELD (B). 

"Sanne (O) lijkt wel op een prinses (B)."

Beeldspraak: metafoor

Je kunt een OBJECT ook helemaal vervangen door een BEELD. 

"De prinses van de klas koopt bijna wekelijks iets nieuws." 

Beelspraak: personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.

"De zon streelde onze wangen."

Beeldspraak: oefenen

 

vergelijking - metafoor - personificatie

Een metafoor....

1. is figuurlijk taalgebruik
2. is letterlijk taalgebruik

Wat is een metafoor?

1. Er worden twee zaken genoemd
2. Een voorwerp krijgt een menselijke eigenschap
3. Alleen het beeld wordt genoemd, je moet het zelf bedenken
4. Een ander woord voor beeldspraak

Een voorbeeld van een metafoor is

1. Een kameel is het schip van de woestijn
2. Papier is geduldig
3. Die lange staat daar
4. Hij is een boom van een vent

Wat is een metafoor?

1. Mijn opa rookte als een schoorsteen
2. Het schip danste op de golven
3. Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks

Welk antwoord is de metafoor?

1. Hij is zo dom als een ezel.
2. Die domme ezel weet niets!

'Zij is net een nachtegaal.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor

'De wind huilt door de bomen.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. metafoor
2. personificatie
3. vergelijking

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?

1. onjuist
2. juist

…maar de premier kwam met zo'n snoeischaar...

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

en ondertussen dan nog die hete aardappel van een referendum voor zich uitschuiven...

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

...de man die het aan zijn xenofobische laars lapt.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

0

Dans metaforen, dans!

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Dat was het, nu huiswerk

Wat doen we?

• Opdracht 7 en 9 maken, blz. 45.
• Blooket doen en afsluiten les. 
  
  Klaar? Doe wat voor jezelf. 
  Nakijken na 15 minuten.