8.1 Nederland handelsland!

8.1 Nederland Handelsland
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8.1 Nederland Handelsland

Slide 1 - Tekstslide

Vraag ronde: Weet je het nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is export?

A
Uitvoer van goederen en diensten
B
Handel van goederen en diensten
C
Invoer van goederen en diensten
D
Goederen en diensten kopen in het buitenland

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de Europese Unie?
A
een samenwerkings verband van staten
B
Landen waar de Euro het betaalmiddel is
C
Het continent Europa
D
Een Staat

Slide 4 - Quizvraag

Wat is import?
A
Het uitvoeren van goederen
B
Het samenvoegen van producten
C
Het invoeren van goederen
D
Het verspreiden van goederen

Slide 5 - Quizvraag

Welk van de onderstaande is geen voorbeeld van ontwikkelingssamenwerking?
A
leveren van voedsel, kennis en materiaal
B
Kwijtschelden van leningen
C
Lage rente leningen wereldbank
D
Invoerheffing verhogen

Slide 6 - Quizvraag

In de EU zijn geen invoerrechten.
Wat zijn invoerrechten
A
belasting over spullen uit het buitenland
B
belasting over spullen naar het buitenland
C
een soort BTW
D
Exportbelastingen

Slide 7 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen met weinig analfabetisme
D
landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoelen 8.1
Leerlingen leren:
- Het verband tussen import, export en wederuitvoer.
- Het verband tussen de betalingsbalans en het nationaal inkomen.
- Het verschil tussen een gesloten en een open economie.
Leerlingen oefenen:
- De import- en exportquote te berekenen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Import, Export en Wederuitvoer
Nederland importeert goederen en diensten uit het buitenland en exporteert ook goederen en diensten naar het buitenland.

Slide 12 - Tekstslide

Betalingsbalans
Betalingsbalans:
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Overschot op de betalingsbalans:
export > import
(er komt meer geld binnen door export dan dat er via de import uit gaat)
O
Tekort op de betalingsbalans:
import > export
(er gaat meer geld uit door import, dan er binnenkomt door export)
T

Slide 13 - Tekstslide

Nationaal inkomen


Het nationaal inkomen zijn alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.



Nationaal inkomen

Slide 14 - Tekstslide

Import en export Quote

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Nederland heeft een Nationaal Inkomen van  € 2000
De exportwaarde van Nederland is € 800
met deze gegevens kun je uitrekenen wat de exportwaarde van het nationaal inkomen is.
Bereken de Exportquote?


Slide 16 - Tekstslide

Fomule import/export quote
totale export waarde : nationaal inkomen x 100 = export quote

 totale import waarde : nationaal inkomen x 100 = import quote

 

Slide 17 - Tekstslide

Import/export quote berekenen
Nationaal inkomen: € 2000
Exportwaarde: €800
Exportquote: €800/€2000 x 100% = 40% (van het nationaal inkomen)

Slide 18 - Tekstslide

Import/export quote berekenen
Nationaal inkomen: € 2000
Importwaarde: €450
Importquote: €450/€2000 x 100% = 22,5% (van het nationaal inkomen)

Slide 19 - Tekstslide

Gegegeven:

In 2015 is het nationaal inkomen € 581,5 miljard.
De importwaarde bedraagt € 332,3 miljard.

Bereken de import quote?

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking
Import quote:
 € 332,3 miljard /  € 581,5 miljard x 100% = 57,1%

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide