K2C 8 december

Welkom K2C!
Vandaag: 8 december
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom K2C!
Vandaag: 8 december

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Uitleg
  • Aan de slag
Pauze
  • NOS 
  • Bespreken huiswerk
  • Kahoot!

Slide 2 - Tekstslide

Taalverzorging
Vandaag:
  1. persoonsvorm
  2. onderwerp 
  3. gezegde

Slide 3 - Tekstslide

Introductie
Zinnen zijn gemaakt van zinsdelen

Een zinsdeel is één woord of groepje woorden dat bij elkaar hoort.

Je gaat leren hoe je zinsdelen moet benoemen. 
Daarvoor heb je een stappenplan

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan
Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.

Stappenplan:
Stap 1: Noteer de persoonsvorm
Stap 2: Zoek het onderwerp
Stap 3: Zoek het gezegde

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan: stap 1
Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.

Stap 1: Noteer de persoonsvorm
De persoonsvorm is het werkwoord (of meerdere) dat verandert als je de zin in een andere tijd zet (tegenwoordige tijd of verleden tijd).

TT: Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.
VT: Ik wilde samen met Daniël een nieuwe broek kopen.

Persoonsvorm = wil

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan: stap 2
Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.

Stap 2: Zoek het onderwerp
De hele zin zegt iets over wat het onderwerp doet, is of overkomt. 
Je stelt jezelf de vraag in een vraagzin: wie of wat + de persoonsvorm. 

Wie wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen?
Antwoord = Ik

Persoonsvorm = wil
Onderwerp = Ik

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan. Schrijf dan het hele onderwerp op.

Bijvoorbeeld: 

Vorige week wilden Bart, Kees en Ben naar de winkel gaan.

Wie of wat wilden gaan?

Antwoord: Bart, Kees en Ben
Bart, Kees en Ben is het onderwerp

Slide 8 - Tekstslide

Let op!
Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan. Schrijf dan het hele onderwerp op.

Bijvoorbeeld: 

Het lieve arme kind viel van de trap af. 

Wie of wat viel?

Antwoord: Het lieve arme kind
Het lieve arme kind is het onderwerp

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan: stap 3
Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.


Stap 3: Zoek het gezegde
Het gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit de zin. Noteer dus alle werkwoorden die je in de zin kunt vinden, ook de persoonsvorm.


Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.

Persoonsvorm = wil
Onderwerp = Ik
Gezegde = wil kopen

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
Ik wil samen met Daniël een nieuwe broek kopen.

Stappenplan:
Stap 1: Noteer de persoonsvorm
Stap 2: Zoek het onderwerp
Stap 3: Zoek het gezegde

Je noteert het als volgt in je schrift.
  1. persoonsvorm of pv = wil
  2. onderwerp of ow = Ik
  3. gezegde of gez = wil kopen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Voorbeeldzin zinsdelen benoemen
Liv en Sev hebben een rode fiets gekocht.

Stap 1: persoonsvorm



Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeldzin zinsdelen benoemen
Liv en Sev hebben een rode fiets gekocht.

Stap 2: onderwerp

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeldzin zinsdelen benoemen
Liv en Sev hebben een rode fiets gekocht.

Stap 3: gezegde

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat opdracht 1, 2,3 en 4 maken op bladzijde 28 en 29


Bij opdracht 4 benoem je alle drie de stappen.
PV =
OW =
GEZ =
Ben je klaar?
  • Laat je werk door mij controleren.



Slide 18 - Tekstslide

Pauze
Over vijf minuten gaan we weer beginnen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bespreken van het huiswerk
Opdracht 1 op bladzijde 28

Slide 21 - Tekstslide

Kahoot!
https://create.kahoot.it/share/persoonsvorm-onderwerp-en-gezegde/b80025ae-fee0-45bb-9239-9b0e6fbe1073

Slide 22 - Tekstslide





Tijd om huiswerk af te maken
Ben je al klaar? 
  • Laat het door mij controleren.
  • Daarna mag je een laptop pakken.
  • Oefenen met persoonsvorm, onderwerp en gezegde.

Ben ik akkoord, dan mag je pas oefenen op de laptop met de onderstaande onderdelen.


  1. Je gaat naar JufMelis.nl.
  2. Vervolgens ga je rechts naar zinsontleding.
  3. Daar oefen je met persoonsvorm, onderwerp en (werkwoordelijk) gezegde.

Slide 23 - Tekstslide

Tot volgende week!
Vergeet je niet door te geven welke film je wil kijken!

Huiswerk voor maandag 14 december: 
opdracht 1, 2 en 4 op bladzijde 28 en 29.

Slide 24 - Tekstslide