Les 37/ 38 2H schooljaar 2024/25 (kw 9)

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hallo Klasse 2H1

• 
  
• Lernziele für diese Woche
• Hausaufgabenkontrolle
• Hausaufgaben


• München L1 & L2
• Logo Tv

Lernziele für diese Woche

1. Je kunt informatieve teksten over personen en plaatsen begrijpen.
   
2. Je kunt de belangrijkste informatie verstaan over alledaagse zaken in videofragmenten.
   
3. Je kent de voorzetsels met de 4e naamval.
   
4. Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei , eu en äu uitspreken.
5. Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval gebruiken.
6. Je kent het verschil tussen een persoonlijke voornaamwoord en een bezittelijke voornaamwoord.

Hausaufgabenkontrolle

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

Bis Montag 3. März online afmaken!

L1> S. 9 Aufg. 2 

L1>S. 12 Aufg. 8, 9

L2> S. 16 Aufg. 1

L2> S. 17 Aufg. 5

L2> S. 23 Aufg. 11 

Lernbox 1 & 2 lernen S. 50

Boek B meenemen

Kapitel 4- München-> L1 & L2

Lesen

S. 9

Aufgabe 3

(Text Traum von Olympia)

Verstehen/ Hören

S. 10

Aufgabe 4

(Video Der Traum vom Treppchen, fragment 1)

Verstehen/ Hören

S. 10

Aufgabe 4

(Video Der Traum vom Treppchen, fragment 2)

Wortschatz

S. 10

Aufgabe 6

LOGO TV

Was/ Worum?

Wo?

Wer?

Wie?

Wann?

Voorzetsels 4e naamval

Voorzetsels 4e naamval

Duits	Nederlands
durch	door iets
ohne	zonder
für	voor iets of iemand
gegen	tegen
um	om
bis	tot

Voorzetsels 4e naamval + pers.vnw

durch	door	Durch dich bin ich zu spät. (door jou)
für	voor	Für mich eine Cola bitte. (voor mij)
ohne	zonder	Ohne dich kann ich nicht leben. (zonder jou)
um	om	Um uns brauchst du nicht zu bleiben. (om ons)
gegen	tegen	Hat er gegen euch gesagt, dass ihr zu spät wart?(tegen jullie)

Voorzetsels 4e naamval

Und jetzt....

    üben, üben, üben !!!

S. 14 Aufg. 10, 11, 12

Sprechen

S. 15

Aufgabe 13

Aussprache 

- st/sp/ei/eu/äu

Buch

S. 16/ 17

Aufg. 2/ 3

Wortschatz

S. 18

Aufgabe 6

(Lernbox 2 S. 50)

persoonlijk voornaamwoord 4e naamval

hoe weet je of je 1e of 4e naamval moet gebruiken?

> functie zin (onderwerp of lijdend voorwerp)

> voorzetsel (staat er een voorzetsel van de 4e naamval in)

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval

Voorzetsels behorend bij 4e naamval:

• durch, für, gegen, ohne, um
  Voorbeeld:
  
• Du bist gegen mich.
• Er hat für euch schon bezahlt.

Und jetzt....

    üben, üben, üben !!!

S. 21 Aufg. 9

Het verschil tussen persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Persoonlijk voornaamwoorden zijn personen.

Persoonlijke voornaamwoord 1e & 4e  naamval

Het bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord geeft, zoals de naam al zegt, een bezit van iemand aan.

Overzicht van de bezittelijke vnw.

Bezit.vnw.

mein-	mijn
dein-	jouw
sein-	zijn
ihr-	haar
sein-	zijn

unser-	onze, ons
euer-	jullie
ihr-	hun
Ihr-	uw

Bezittelijk voornaamwoord 

Und jetzt....

    üben, üben, üben !!!

S. 23 Aufg. 10

Fragen? fragen!

Noch Zeit?

Lernen 

Lernbox 1 & 2

Seite 50

Lasst uns üben

https://duits.net/oefeningen/naamvallen/nominatief/

https://duits.net/oefeningen/naamvallen/accusatief/

oefenen

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Persoonlijk%20voornaamwoord/Pers.v.n.w.invul1-4.htm

https://duitsopschool.wordpress.com/oefeningen/oefenen-persoonlijke-voornaamwoorden/

Tschüss!