spijsvertering les 2 niveau 3

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen H6
- De onderdelen van het spijsvertering noemen (herhaling vorige les)
- Uitleggen wat de functies zijn van het spijsverteringsstelsel (herhaling vorige les)
- De bouw en functie van een aantal onderdelen van het spijsverteringsstelsel beschrijven.
- Kenmerken van het spijsverteringsstelsel van verschillende diersoorten noemen
- Een aantal aandoeningen van het spijsverteringsstelsel benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

vertering

Slide 3 - Woordweb

spijsverteringsstelsel 
Functie: Voedsel opnemen en omzetten in kleinere deeltjes, het  transporteren van deze voedingsdeeltjes en het  opnemen van voedingsstoffen uit deze verteerde deeltjes



Voedingsstoffen:
- vetten, suikers, eiwitten, koolhydraten,  water, vitaminen mineralen 

Slide 4 - Tekstslide

bouw spijsverteringsstelsel 6.2
-mond 
-keelholte 
-slokdarm -maag 
- lever 
-alvleesklier 
-dunne darm 
-dikke darm
- rectum  

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

spijsverteringsstelsel aangepast aan voedsel

- omnivoor  
- carnivoor
- herbivoor 

Aanpassingen: lengte spijsvertering-stelsel, gebit,  micro- organismen die vertering mogelijk maken 

Slide 7 - Tekstslide

Eiwitten in vlees = makkelijk verteerbaar 
- vertering vind vooral in de maag plaats 

-vleeseters: platte buik, slanke, snelle en makkelijke bewegers 
(Roofdieren)
celwanden van planten zijn lastig te verteren

- langere spijsverteringsstelsel
- vertering celwanden vind vooral plaats in darmen 
-dikkere buik, vaak log lichaam


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

wat is de functie van plooikiezen?
A
het voedsel kan worden vastgehouden in de bek
B
bij het kauwen kunnen de ribbels op de plooikiezen het voedsel goed vermalen
C
bij het kauwen zorgen de plooikiezen voor het verteren van plantencellen
D
bij het kauwen kunnen de scherpe kiezen het voedsel snijden

Slide 11 - Quizvraag

tandformules 
  • ieder diersoort -> eigen gebitsformule 
  • i-c-p-m    of      I-C-P-M
  • gebitsformule beschrijft de helft van het gebit 
  • opdracht:  bekijk 6.4  - gebitsformule hond   (5 min)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de gebitsformule van dit dier 

(vul antwoord in op volgende dia)

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de gebitsformule van het dier?

Slide 15 - Open vraag

de maag 


  • Zakvormig orgaan 
  • Ligging: buikholte, net onder de ribben 
  • Functie: Vertering door toevoeging van verteringssappen 
  • De wand bestaat uit verschillende lagen spieren  en bindweefsel met kliercellen. Bedekt met slijmvlies (mucosa)

Slide 16 - Tekstslide

De maag - verteringssappen 
kliercellen: maken zoutzuur, pepsine en slijmvlies aan 

zoutzuur : - inhoud maag zuur maken-> bacteriën gaan dood
                      - activeert pepsine 
pepsine (enzym) - zorgt voor eiwitafbraak van voedselbrij. 

slijm: bescherming maagwand tegen zure voedselbrij


Slide 17 - Tekstslide

ingang (sluitspier) (cardia)
 
maagportier (uitgang) (pylorus)

holte van de maag (lumen)
 

Slide 18 - Tekstslide

Dunne darm 
  • lengte afhankelijk van grootte dier en van soort voedsel
  • bestaat uit 3 delen 
functie
  1. Verkleinen voedseldeeltjes 
  2. Afgifte voedingstoffen aan bloed
(duodenum)
(jejunum)
(ileum)

Slide 19 - Tekstslide

12-vingerige darm (duodenum)
  • gal en alvleeskliersap komt via de 12-v. darm bij het voedsel 
  • gal - vertering vetten 
  • alvleeskliersap o.a. :
    -NaHCO3 neutraliseren            zure brij

Slide 20 - Tekstslide

opname voedingstoffen (dd)
  • darmwand bestaat uit  darmvlokken (villie) en instulpingen (crypten)    
         
  • 12-v darm en nuchtere darm opname eiwitten, vetten en suikers
  • karteldarm - zouten en vitamines

Slide 21 - Tekstslide

welke kleur heeft gal en welke stof helpt het te verteren?
A
groen, vertering eiwitten
B
geel, vertering vetten
C
geel, vertering eiwitten
D
bruin, vertering vetten

Slide 22 - Quizvraag

dikke darm 
bestaat uit 3 delen: 
  • blinde darm (caecum)
  • karteldarm (colon)
  • endeldarm (rectum)

belangrijkste functie
: indikken waterige brij die uit de dunne darm komt (karteldarm). 

Slide 23 - Tekstslide

blinde darm 
  • vleeseters geen functie 
  • paardachtigen -grote rol vertering plantaardig materiaal 
       -vorm van zak met 1 opening
       - bacteriën breken cellulose af
           

Slide 24 - Tekstslide

darmflora
Het milieu in de darmen - darmflora

  • bestaat uit nuttige bacteriën - helpen mee met afbraak voedsel 

  • de bacteriën leven in symbiose met de gastheer. 
       voordeel gastheer - bacteriën maken eiwitten en vitaminen die  het                     lichaam zelf niet kan aanmaken.
       

 

Slide 25 - Tekstslide

als er geen natriumcarbonaat door de alvleesklier wordt afgegeven. wat is dan het gevolg voor de vertering?

Slide 26 - Open vraag

opdracht leverfunctie

  • 2/3 tal - 2/3 functies kiezen 
  • lees de tekst door, bedenk een vraag en vertel elkaar in eigen woorden wat de functie inhoud, daarna stel je de vraag.  

Slide 27 - Tekstslide

endeldarm - anus 
  • anus - afsluiten darmkanaal 
  •  anus - 2 kringspieren  (1 willekeurig/ 1 onwillekeurig)
  • zintuigcellen registreren hoe vol de endeldarm zit met  ontlasting (feaces)
  • ontlasten (defaecatie) 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

opdracht  20 min
onderzoek naar spijsverteringsstelsels: 
- vogels
- herkauwer - koe
- haasachtigen 

  • zoek op in lesmateriaal en online - verschil met algemene svs 
  • presenteer je bevindingen na 20 minuten onderzoek met je groep voor de klas 




Slide 30 - Tekstslide

welk onderdeel van dit hoofdstuk vindt je lastig?

Slide 31 - Open vraag

Feedback voor de docent
1 tip + 1 top

Slide 32 - Open vraag