noteer de fouten van de ander op een apart blaadje
Welke brief uit jullie groepje is het beste? → leg deze bovenop alle brieven (deze brief wordt nagekeken).
Slide 2 - Tekstslide
Wat is opgevallen in de gemaakte brieven
Let alsjeblieft op hoofdletters. Schrijf deze duidelijk en GROOT (anders onderstreep OF markeer je hoofdletters): zorg ervoor dat het niet op een kleine letter lijkt zoals de letter -g ⇾ G (groot verschil)
Vergeet niet alles wat de opdracht vraagt in de brief te verwerken (ga niet meer schrijven dan wat er gevraagd wordt).
Ringel-s -> ß (heeft geen krulletjes, maak het stokje van de ringel-s langer, zodat iedereen weet dat je een ringel-s bedoelt)
Slide 3 - Tekstslide
Brief schrijven
Begin van de brief:
Liebe..../ Lieber.... , (Vergeet de komma niet!!)
De zin na de aanhef: GEEN hoofdletter
Slide 4 - Tekstslide
Brief schrijven
Einde van de brief:
Liebe Grüße / Alles Liebe / Alles Gute (ZONDER komma)
Pietje
Vergeet de komma niet!!
Slide 5 - Tekstslide
1. Begroet hem/haar en bedank hem/haar voor zijn/haar berichtje/mailtje
Slide 6 - Tekstslide
1. Begroet hem/haar en bedank hem/haar voor zijn/haar berichtje/mailtje
Lieber Lukas / Liebe Lorelei,
danke für deine Mail.
Slide 7 - Tekstslide
2. Je vraagt hoe het met hem gaat.
Slide 8 - Tekstslide
2. Je vraag hoe het met hem gaat.
Wie geht es dir?
Slide 9 - Tekstslide
3. Vertel dat het in Duitsland koud is, maar vrijdag wordt het warmer.
Slide 10 - Tekstslide
3. Vertel dat het in Duitsland koud is, maar vrijdag wordt het warmer.
In Deutschland ist es kalt, aber am Freitag wird es wärmer.
Slide 11 - Tekstslide
4. Vertel dat het gisteren maar 12 graden en regen was.
Slide 12 - Tekstslide
4. Vertel dat het gisteren maar 12 graden en regen was.
Gestern war es (nur) zwölf Grad und Regen.
Slide 13 - Tekstslide
5. Vertel dat het in de winter altijd koud en glad is in Duitsland.
Slide 14 - Tekstslide
5. Vertel dat het in de winter altijd koud en glad is in Duitsland.
In Deutschland ist es im Winter immer kalt und glatt.
Slide 15 - Tekstslide
6. Vertel dat je samen met je ouders veel wandelt en dat het saai is.
Slide 16 - Tekstslide
6. Vertel dat je samen met je ouders veel wandelt en dat het saai is.
Ich wandere viel mit meinen Eltern und das (finde ich) ist langweilig.
Slide 17 - Tekstslide
7. Vanmorgen was het wel leuk, vertel 1 ding wat je gedaan hebt.
Slide 18 - Tekstslide
7. Vanmorgen was het wel leuk, vertel 1 ding wat je gedaan hebt.
Heute Morgen war es schön, ich habe Fußball gespielt/ geschwommen.
Slide 19 - Tekstslide
8. Vraag hoe het weer in Spanje wordt.
Slide 20 - Tekstslide
8. Vraag hoe het weer in Spanje wordt.
Wie wird das Wetter in Spanien?
Slide 21 - Tekstslide
9. Vertel dat het in Spanje niet zo koud is als bij jou.
Slide 22 - Tekstslide
9. Vertel dat het in Spanje niet zo koud is als bij jou.
In Spanien ist es nicht so kalt wie bei uns.
Slide 23 - Tekstslide
10. Je hoopt dat je snel een berichtje terug krijgt en je sluit af.
Slide 24 - Tekstslide
10. Je hoopt dat je snel een berichtje terug krijgt en je sluit af.
Hoffentlich schickst du mir bald eine Antwort/ bekomme ich schnell eine Antwort.
Ich freue mich, bald von dir zu hören.
Slide 25 - Tekstslide
Lieber Lukas / Liebe Lorelei,
danke für deine Mail. Wie geht es dir?
In Deutschland ist es kalt, aber am Freitag wird es wärmer.
Gestern war es (nur) zwölf Grad und Regen.
In Deutschland ist es im Winter immer kalt und glatt.
Ich wandere viel mit meinen Eltern und das (finde ich) ist langweilig.
Heute Morgen war es schön, ich habe Fußball gespielt/ geschwommen.
Wie wird das Wetter in Spanien?
In Spanien ist es nicht so kalt wie bei uns.
Hoffentlich schickst du mir bald eine Antwort/ bekomme ich schnell eine Antwort.