Quiz anatomie BE
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De beweging in de schouder om de longitudinale as is:
A
endo- en exorotatie
B
ab- en adductie
C
ante- en retroflexie
D
in de schouder kun je niet om de longitudinale as bewegen
Slide 2 - Quizvraag
Het gewricht tussen de radius en de ulna is een:
A
scharniergewricht
B
rol gewricht
C
eigewricht
D
zadelgewricht
Slide 3 - Quizvraag
Waardoor wordt de flexie in de elleboog geremd?
A
weke delen
B
benige structuren
C
banden en pezen
D
er is geen remming
Slide 4 - Quizvraag
wat is de functie van de m.biceps brachii in het ellebooggewricht?
A
anteflexie
B
extensie
C
flexie
D
retroflexie
Slide 5 - Quizvraag
Als de armen vanaf zijwaarts terug worden gebracht naar de anatomische stand, noemen we dat:
A
adductie om de transversale as
B
abductie om de sagittale as
C
abductie om de longitudinale as
D
adductie om de sagittale as
Slide 6 - Quizvraag
Waar ligt de elleboog t.o.v. de schouder?
A
distaal
B
proximaal
C
lateraal
D
mediaal
Slide 7 - Quizvraag
Waar ligt de os radius in de anatomische stand?
A
mediaal aan je duimzijde
B
lateraal aan de duimzijde
C
mediaal aan de pinkzijde
D
lateraal aan de pinkzijde
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de Latijnse benaming van het schouderblad?
A
os humerus
B
os sternum
C
os scapula
D
os clavicula
Slide 9 - Quizvraag
Waar bevindt zich het AC gewricht?
A
tussen os sternum en os clavicula
B
tussen het acromion en clavicula
C
tussen het acromion en het scapula
D
tussen os humerus en os scapula
Slide 10 - Quizvraag
In het art. cubiti zijn GEEN endo- en exorotatie mogelijk.
A
Waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Bij elevatie van het os scapula beweegt de punt van het schouderblad naar buiten
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Welke spieren hebben een gemeenschappelijke origo op achterkant kop Os Humerus
A
m. triceps brachii caput longum en m. infraspinatus
B
m. triceps brachii caput breve en m. teres major
C
m. infraspinatus en m. teres major
D
m. infraspinatus en m. teres minor
Slide 13 - Quizvraag
Bij de beweging ulnairabductie beweeg je
A
de hand omhoog
B
de hand naar beneden
C
de hand naar de duimzijde
D
de hand naar de pinkzijde
Slide 14 - Quizvraag
Welke beweging wordt in het elleboog gewricht gemaakt bij concentrische activiteit van de m. triceps brachii?
A
extensie
B
extensie plus supinatie
C
flexie
D
flexie plus supinatie
Slide 15 - Quizvraag
Zijwaarts heffen van de gestrekte arm tot ver boven horizontaal gaat gepaard met
A
medio rotatie van de scapula.
B
laterorotatie van de scapula.
C
protractie van de scapula.
D
retractie van de scapula.
