Quiz algemene anatomie NMB H1 t/m 4

Quiz Algemene Anatomie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
sportmassageMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Quiz Algemene Anatomie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een ligament(um)?
A
een bot
B
een gewricht
C
een (gewrichts)band
D
een spier

Slide 2 - Quizvraag

Met welk begrip duiden we in de anatomie een spier aan?
A
ligament
B
os
C
kapsel
D
musculus

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van het skelet t.o.v. het ruggenmerg?
A
aanmaakplaats bloedcellen
B
stevigheid
C
aanhechtingsplaats voor spieren en pezen
D
bescherming

Slide 4 - Quizvraag

wat betekent lateraal?
A
richting het midden
B
richting zijkant
C
naar de romp toe
D
van de romp af

Slide 5 - Quizvraag

Het gewricht tussen de radius en de ulna is een:
A
scharniergewricht
B
rol gewricht
C
eigewricht
D
zadelgewricht

Slide 6 - Quizvraag

de longitudinale as is een horizontale as
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waardoor wordt de flexie in de elleboog geremd?
A
weke delen
B
benige structuren
C
banden en pezen
D
er is geen remming

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de funktie van het periost?
A
beschermlaag rondom het bot
B
aanhechtingsplaats voor pezen en gewrichtsbanden
C
zowel A en B zijn juist
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het os clavicula?
A
sleutelbeen
B
schouderblad
C
borstbeen
D
bovenarm

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de latijnse benaming voor je knieschijf?
A
os femur
B
os tibia
C
os fibula
D
os patella

Slide 11 - Quizvraag

Waar ligt de elleboog t.o.v. de schouder?
A
distaal
B
proximaal
C
lateraal
D
mediaal

Slide 12 - Quizvraag

Waar ligt de os radius in de anatomische stand?
A
mediaal aan je duimzijde
B
lateraal aan de duimzijde
C
mediaal aan de pinkzijde
D
lateraal aan de pinkzijde

Slide 13 - Quizvraag

Waaruit bestaan de menisci in het kniegewricht?
A
uit losmazig kraakbeen
B
uit hyaline kraakbeen
C
uit vezelig kraakbeen
D
uit beenweefsel

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke beweging in het kniegewricht en enkelgewricht wordt de m.gastrocnemius op rek gebracht?
A
flexie knie en plantairflexie enkel
B
extensie knie en plantairflexie enkel
C
flexie knie en dorsaalflexie enkel
D
extensie knie en dorsaalflexie enkel

Slide 15 - Quizvraag

Om welke as beweeg je als je vanuit de romp naar de zijkant buigt?
A
transversale as
B
sagittale as
C
longitudinale as
D
transversale as

Slide 16 - Quizvraag

Actieve stabiliteit van een gewricht wordt bepaald door vorm van gewrichtskop en kom, kapsel en ligamenten
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de borstwervels in het Latijn?
A
cervicale vertebrae
B
thoracale vertebrae
C
lumbale vertebrae
D
sacrale vertebrea

Slide 18 - Quizvraag

Welke beweging maakt je romp bij een concentrische contractie van de m.rectus abdominus?
A
anteflexie
B
reroflexie
C
dorsaalflexie
D
ventraalflexie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de Latijnse benaming van het schouderblad?
A
os humerus
B
os sternum
C
os scapula
D
os clavicula

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke spiercontractie wordt de afstand tussen de origo en insertie kleiner?
A
statische contractie
B
excentrische contractie
C
concentrische contractie

Slide 21 - Quizvraag

Een bi-articulaire spier loopt over:
A
1 gewricht
B
2 gewrichten
C
3 gewrichten
D
meerdere gewrichten

Slide 22 - Quizvraag