Hfdst 2: moreel relativisme vs. moreel universalisme

Hfdst 2: moreel relativisme vs. moreel universalisme
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hfdst 2: moreel relativisme vs. moreel universalisme

Slide 1 - Tekstslide

Morele waarden en normen veranderen. Welke twee factoren hebben we besproken?

Slide 2 - Open vraag

Lesdoelen
  • Ik pas de begrippen moreel relativisme en moreel universalisme toe op concrete voorbeelden.
  • Ik leg de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit.
  • Ik geef een aantal kritische bedenkingen over de universaliteit van mensenrechten.
  • Ik stel een aantal morele vragen over een maatschappelijke kwestie.

Slide 3 - Tekstslide

Mytische vs. Griekse samenleving
  1. Mytische samenleving:
  • verklaring voor hoe de wereld in elkaar zat = natuurlijke orde = basis voor heersende moraal
  • Moraal in vraag stellen mag niet, want je gaat in tegen de natuurlijke orde

Slide 4 - Tekstslide

Mytische vs. Griekse samenleving
  1. Griekse samenleving (6-5de eeuw v.C.):
  • Meer contact met andere culturen
  • Waarden en normen werden nu wel in vraag gesteld
  • Natuurlijke orde of menselijke constructie: sofisten en Socrates  

Slide 5 - Tekstslide

Sofisten vs. Socrates
  • Sofisten: retorici
  • geven tegen betaling les aan zonen van rijke burgers
  • rol in politieke leven
  • moraal = gebaseerd op afspraken of conventies
  • Doel retoriek: de anderen van jouw mening overtuigen 
  • gelijk krijgen (niet gelijk hebben)

Slide 6 - Tekstslide

Sofisten vs. Socrates
  • Protagoras (490-420 v.C.) = Sofist  
  • "Mens is de maat van alle dingen"
  • Relativisme = iedereen heeft zijn eigen waarheid en waarden

Slide 7 - Tekstslide

Sofisten vs. Socrates
  • Socrates 
  • Er bestaan morele waarheden en morele kennis die we met de rede (ons verstand) kunnen verwerven.
  • morele regels moeten worden gevolgd omdat ze redelijk en rechtvaardig zijn
  • Dé waarheid en hét goede bestaan

Slide 8 - Tekstslide

Universele moraal?
Moreel universalisme = er bestaat één uniek-correcte moraal die overal en voor iedereen altijd geldig is.
Moreel relativisme = de waarheid van morele uitspraken is afhankelijk van de normen en waarden van groepen of individuen. Er bestaat géén uniek-correcte moraal.

Slide 9 - Tekstslide

Moreel universalisme
Moreel relativisme
Sofisten
Socrates

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Moreel universalisme en moreel relativisme
Vergelijk de mening van een moreel relativist met die van een moreel universalist over de slavernij in het Oude Griekenland
  • Moreel relativist; slavernij in Oude Griekenland moreel juist - was aanvaard door Griekse bevolking
  • Moreel universalist: 2 mogelijkheden: fout indien je de westerse waarden de juiste acht (niemand mag onvrij zijn), juist indien je de Griekse waarden als juiste acht (zeldzaam)

Slide 12 - Tekstslide

Link (1u15’00”-1u22’30)

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 
pp 35

Slide 14 - Tekstslide