H5 grammatica en formuleren

Welkom
Pak alvast je laptop en log in op LessonUp.
Leg ook eventueel je pen en schrift klaar.
                                                                                        
Nederlands vwo 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je laptop en log in op LessonUp.
Leg ook eventueel je pen en schrift klaar.
                                                                                        
Nederlands vwo 3

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica/
Formuleren
Ik kan zinnen van de bedrijvende in de lijdende vorm zetten en andersom.

Ik weet in welke gevallen de lijdende vorm geschikt is om te gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
  • Begin met de startopdracht van H5 Grammatica
  • Klaar? Lees de theorie alvast door.
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Jara /laat/ de hond /uit.


Wat is het onderwerp? Jara

Jara doet iets-> ze laat de hond uit


Als het ONDERWERP de handeling verricht van het WG noem je de zin BEDRIJVEND of ACTIEF.


Slide 4 - Tekstslide

De hond/ wordt/ door Jara/ uitgelaten.

Het onderwerp ondergaat de handeling (het uitlaten).

Als het ONDERWERP de handeling ondergaat, noemen we de zin LIJDEND of PASSIEF.

Slide 5 - Tekstslide

Omzetten bedrijvend ->lijdend
  • Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  • Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  • In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.

Slide 6 - Tekstslide

Let op!

Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.


Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.


De tijd  van de zin moet hetzelfde blijven!


Slide 7 - Tekstslide

Bijvoorbeeld

De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)

De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)

De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)

De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)

De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.) 

De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)

Slide 8 - Tekstslide

Omzetten lijdend->bedrijvend
  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Slide 9 - Tekstslide

Inna ontvangt een prijs.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 10 - Quizvraag

Is de opdracht nu goed nagekeken?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Lijdende vorm
Alleen gebruiken als: 
  1. a) onbekend, b) onbelangrijk of c) overduidelijk is wie het doet
  2. Handeling centraal stellen
  3. Onduidelijkheid voorkomen

Slide 13 - Tekstslide

1. Onbekend/onbelangrijk/overduidelijk
a) De auto met vuurwerk is op zondagnacht neergezet tegenover de school. 
b) Het huis hiernaast is inmiddels ook verkocht. 
c) De cijfers van de grammaticatoets zijn op Magister gezet. 

Slide 14 - Tekstslide

2. Handeling centraal stellen
Er wordt vanavond weer een leuk feestje gehouden in de kelder van de school.

--> Het gaat om het feestje, niet wie hem organiseert

Slide 15 - Tekstslide

3. Onduidelijkheid voorkomen
Mijn broer die de buurman redde van de verdrinkingsdood, moest gecheckt worden door de paramedici. 

Wie redt wie? 

--> Mijn broer die door de buurman gered was van de verdrinkingsdood moest gecheckt worden door de paramedici.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak opdracht 1 en  2 van H5 Grammatica 
  • Maak opdracht 1 en 2 van H5 Formuleren
  • Noteer op de volgende dia of en welke vragen je hebt.

Succes!

Slide 17 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog? (zet een x als je alles snapt)

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
  • H5 Grammatica opdracht 1 en 2 maken + nakijken
  • H5 Formuleren opdracht 1 en 2 maken + nakijken

Slide 19 - Tekstslide