3.4 Stambomen en X-chromosomale kruisingen

Genetica
Klassieke genetica les 1
  • §3.4 X-chromosomale kruisingen
  • Heel erg veel oefenen!

Huiswerk
  • Opdracht 26 en 32 van §3.3 + 37, 40 en 41 van §4.4
  • Genetica sommen op ELO monohybride 1 t/m 18


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Genetica
Klassieke genetica les 1
  • §3.4 X-chromosomale kruisingen
  • Heel erg veel oefenen!

Huiswerk
  • Opdracht 26 en 32 van §3.3 + 37, 40 en 41 van §4.4
  • Genetica sommen op ELO monohybride 1 t/m 18


Slide 1 - Tekstslide

§3.4 X-chromosomale kruisingen

Je kunt een kruisingsschema opstellen voor X-chromosomale overerving en de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema, of uit stambomen over X-chromosomale overerving. 

Slide 2 - Tekstslide

Meerdere kansen
Twee bruinogige ouders krijgen een kind met blauwe ogen.
  • Welk alles is dominant, dat voor blauwe of dat voor bruine ogen? 
  • Hoe groot is de kans dat zowel een eerste als een tweede kind blauwe ogen heeft?

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen stamboom
Welke eigenschap is dominant?
Wat is het genotype van:
4?
5?
7?


Slide 4 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
Allelen op het X-chromosoom erven anders over omdat een man maar één 
X-chromosoom heeft. 
Notatie: XA en Xa

Omdat een man XY heeft spreek je nooit van hetero- of homozygoot. 

Slide 5 - Tekstslide

Onthouden!
Een jongen erft altijd het X chromosoom van moeder én bij hem geldt fenotype = genotype

Een meisje erft altijd het X chromosoom van vader. Heeft de vader het dominante fenotype dan alle dochters ook.

Slide 6 - Tekstslide

Stamboom
In een stamboom let je goed op de legenda.
           
            Man


            Vrouw

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen!
Stel zwart is dominant. Kan hier dan sprake zijn van een X-chromosomaal overervende eigenschap?

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen!
Kan de eigenschap (zwart) X-chromosomaal zijn of niet?

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen!
Kan de eigenschap (zwart) X-chromosomaal zijn of niet?

1. Als twee ouders hetzelfde fenotype hebben en een kind met een ander fenotype, is de eigenschap van de ouders dominant en die van het kind recessief!

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen!
Kan de eigenschap (zwart) X-chromosomaal zijn of niet?

2. Een eigenschap kan nooit X-chromosomaal zijn als een moeder met de recessieve eigenschap een zoon krijgt met de dominante eigenschap!

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen!
Aanvulling: 

Een eigenschap kan nooit X-chromosomaal zijn als een vader met de dominante eigenschap een dochter krijgt met de recessieve eigenschap!

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen X-chromosomaal
Hieronder staat een stamboom. De personen die met grijs aangegeven zijn, hebben een ziekte. De rode personen zijn gezond. De ziekte wordt veroorzaakt door een gen dat X-chromosomaal is. Vrouw 7 is in verwachting van kind 11. De baby blijkt een meisje te zijn. Hoe groot is de kans dat meisje 11 de ziekte heeft?
 

Slide 13 - Tekstslide

§3.4 X-chromosomale kruisingen

Je kunt een kruisingsschema opstellen voor X-chromosomale overerving en de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema, of uit stambomen over X-chromosomale overerving. 

Slide 14 - Tekstslide

Genetica
Klassieke genetica les 1
  • §3.4 X-chromosomale kruisingen
  • Heel erg veel oefenen!

Huiswerk
  • Opdracht 26 en 32 van §3.3 + 37, 40 en 41 van §4.4
  • Genetica sommen op ELO monohybride 1 t/m 18


Slide 15 - Tekstslide