Opdrachten blz 18 & 24 Zorg dat je 14
bloemen maakt
2 bloemen: 5.2: 1,2
5.3: 1,2,3
5.4: 1,2,3
Botten: geven stevigheid aan het lichaam. Bestaan uit lijmstof en kalk.
Lijmstof: stof die bij botten voor de buigzaamheid zorgt.
Kalk: stof die bij botten voor stevigheid zorgt.
Kraakbeen: weefsel dat stevig is en goed buigzaam. Bevat veel lijmstof en weinig kalk. Baby’s zijn hierdoor flexibel. Hoe ouder je wordt, hoe minder kraakbeen je hebt. Je botten kunnen hierdoor sneller breken.
Botverbindingen: op welke manier botten aan elkaar zitten.
Vergroeid: geen beweging
Met een naad: geen beweging
Met kraakbeen: wel beweging
Met een gewricht: wel beweging
Gewrichten: een verbinding tussen twee botten, die beweging tussen botten mogelijk maakt.
Gewrichtskogel: onderdeel van een gewricht dat draait in de gewrichtskom.
Gewrichtskom: onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait.
Gewrichtssmeer: stroperige vloeistof waardoor botten soepel kunnen bewegen.
Gewrichtskapsel: zorgt ervoor dat de twee botten van een gewricht aan elkaar vast zitten.
Kapselbanden: band die helpt om botten op hun plaats te houden.
Kogelgewricht: gewricht waarbij de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot. Bv. Schouder.
Scharniergewricht: gewricht waarbij het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot beweegt. Bv. Vingerkootjes.
Rolgewricht: het ene bot draait om het andere bot. Bv. Ellepijp en spaakbeen.