Proeftoets A&F - Neurologie

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Herhaling

Proeftoets 

Neurologie

A&F

29 vragen

19 goed is een voldoende

Toets

onderwerp	deelonderwerp	vragen
Ana & Fys	Cellen van het zenuwstelsel
	Hersenen en ruggenmerg
	Reflexen en autonoom zenuwstelsel
	Hersenvliezen, liquor& bloedvoorziening
	Geheugen en leren
	Systemen
	Totaal aantal vragen	8

Welk onderdeel van een zenuwcel voert impulsen van het cellichaam af?

1. celkern
2. dendriet
3. axon

C

wat is geen onderdeel van een zenuwvezel?

1. neuriet
2. celkern
3. myelineschede
4. dendriet

B

De chemische stofjes die zorgen voor de overdracht van zenuwcel naar zenuwcel heten de:

1. Synaps
2. Axon
3. Neurotransmitters
4. Dendrieten

C

Wat is een ander woord voor zenuwcellen?

1. Neuronen
2. Dendrieten
3. Axonen
4. Neurieten

A

Een axon is?

1. Witte mergschede
2. Een lange uitloper van een neuron
3. Grijze stof
4. Een korte uitloper van een dendriet

B

Gliacellen zijn steuncellen met verschillende functies wat is geen functie

1. voedingsstoffen vervoeren naar zenuwcellen
2. afvalstoffen afvoeren van zenuwcel
3. verrichten van afweertaken
4. produceren van hormonen

Welke soort gliacellen produceren myeline?

1. Schwanncellen en microglia
2. Ependymcellen en oligodendrocyten
3. Ependymcellen en astrocyten
4. Oligodendrocyten en Schwanncellen

myeline is

1. beschermlaag om de axon
2. beschermlaag om de dendriet

A

Waarvoor dient een synapsspleet?

1. Voor de aanmaak van Neurotransmitters
2. Voor de prikkeloverdracht tussen neuronen
3. Voor het ontvangen van prikkels
4. Voor de energielevering van de neuronen

belangrijke functie van
de kleine hersenen
(cerebellum)

1. soepel verlopen bewegingen
2. regelen vitale functies

De kleine hersenen zijn een van de eerste structuren die beïnvloed worden door alcohol, wat de bewegingsproblemen bij dronkenschap verklaart.

De kleine hersenen, of cerebellum, zijn onderdeel van de hersenen en hoofdzakelijk verantwoordelijk voor motoriek. Daarnaast spelen de kleine hersenen mogelijk een rol in verschillende cognitieve processen, waaronder aandacht en taal en het reguleren van angst- en plezierreacties. De kleine hersenen starten bewegingen niet op, maar dragen bij aan de coördinatie, nauwkeurigheid en timing van bewegingen die in de motorische schors van de grote hersenen zijn opgestart.  Schade aan de kleine hersenen kan leiden tot schokkerige bewegingen en evenwichtsproblemen.

Hoe wordt het deel in de hersenen genoemd die je zintuigelijke prikkels verwerkt?

1. sensibele schors
2. motorische schors
3. amandelvormige kern

Hoe noemen we de zenuwbanen die vanuit de motorische schors van een hersenhelft naar het ruggenmerg lopen?

1. Kruislingse banen
2. Piramidebanen
3. Hersenvlies
4. bloed-hersenbarrière

Waar ligt het primaire centrum van het autonome (vegetatieve) zenuwstelsel?

1. de hypothalamus
2. de kleine hersenen
3. de hersenstam
4. in de temporale kwab

Waar wordt de ademhaling geregeld?

1. Verlengde merg
2. Pons
3. Thalamus
4. Hypothalamus

Welke antwoord is juist?

1. De hersenstam is de verbinding tussen je middenhersenen en het verlengde merg.
2. De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen en de kleine hersenen.
3. De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen en het verlengde ruggenmerg
4. De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen, kleine hersenen en het ruggenmerg.

Waar in de hersenen wordt de lichaamstemperatuur geregeld

1. hypothalamus
2. het pons
3. thalamus
4. verlengde merg

Bewuste bewegingen worden geregeld in de

1. sensorische schors
2. motorische schors
3. visuele schors
4. vestibulaire schors

Een ander naam voor de
"kleine hersenen" is

1. hersenstam
2. cerebrum
3. cerebellum
4. pons

Het cerebellum zorgt voornamelijk voor

1. het verwerken van signalen
2. het coördineren van bewegingen
3. het onthouden van informatie

de nervus vagus heeft als functie

1. stimulering sympathisch systeem
2. stimulering para sympathisch systeem
3. remmen sympathisch systeem
4. remming para sympathisch systeem

Maak de zin af.. 'Het limbisch systeem is betrokken bij:

1. emotie, spraak en zang
2. emotie, motivatie en plezier
3. Grammatica, spraak en zang
4. Waarneming, sociale vaardigheden en impulsbeheersing

Wat past bij een sympatische werking van het zenuwstelsel?

1. Vernauwde pupillen
2. Vertraagde hartslag
3. Vertraagde ademhaling
4. Vertraagde spijsvertering

Welk deel van het autonome zenuwstelsel is actief als iemand nauwe pupillen heeft, een rustige hartslag en ademhaling en een active spijsvertering?

1. Sympatisch
2. Parasympatisch

In de durasinussen verzamelt zich

1. liquor dat verdeeld moet worden over czs (centrale zenuwstelsel)
2. bloed dat uit de hersenen komt
3. alle sensorische informatie uit de zintuigen

De liquor wordt aangemaakt in

1. De subarachnoïdale ruimte
2. Het centrale kanaal
3. De eerste 3 ventrikels

Welke slagader voorziet de optische schors van zuurstofrijk bloed?

1. a. cerebri anterior
2. a. cerebri media
3. a. cerebri posterior

A. grote hersenen

a. cerebri media:

laterale zijde en de diep gelegen delen van de frontale, pariëtale en temporale kwab (achterhoofdskwab)

a. cerebri posterior: grote hersenen

De voorzijde van de hersenstam wordt voorzien van bloed door de

1. A. carotis interna
2. A. cerebri media
3. A. basilaris

Het korte termijn-geheugen ligt in de

1. Hersenstam
2. Hippocampus
3. Hypothalamus
4. Medulla

B

Waardoor treedt autonome dysregulatie op?

1. Activatie van het sympatisch zenuwstelsel door prikkels uit het verlamde deel van het lichaam
2. Activatie van het parasympatisch zenuwstelsel door prikkels uit het verlamde deel van het lichaam
3. Beschadiging van de sympatische zenuwstreng
4. Beschadiging van de parasympatische zenuwstreng