Hoofdstuk 4. De kosten van een rechtszaak

Hoofdstuk 4. De kosten van een rechtszaak
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4. De kosten van een rechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

Honorarium van een advocaat
  • Geen vaste (uur)tarieven  
  • Soms vergoeding via rechtsbijstandverzekering
  • Sinds 2014 in Nederland "no cure no pay" toegestaan bij letselzaken
  • Verschotten (kosten die tijdens de procedure worden gemaakt, zoals telefoonkosten, porti, griffierechten en de kosten van de gerechtsdeurwaarder. ) 

Slide 2 - Tekstslide

Tarieven gerechtsdeurwaarder
  • Tarieven voor ambtshandelingen liggen vast in het Besluit Tarieven Ambthandelingen Gerechtsdeurwaarder
  • Voor niet-ambtelijke taken is de vergoeding vrij af te spreken met de cliënten. 

Slide 3 - Tekstslide

Griffierechten
  • Administratiekosten die de verschillende gerechtelijke colleges in rekening brengen voor de rechtszaak. 
  • De hoogte van de griffierechten is onder andere afhankelijk van het gerecht, van de aard van de zaak en van de hoogte van de vordering waarover wordt geprocedeerd. 
  • De griffierechten worden geregeld in de Wet tarieven in burgerlijke zaken. 

Slide 4 - Tekstslide

Griffierechten
Wie betaald de griffierechten: 

Kantonzaak 
Alleen de eiser of de verzoeker

Andere zaken 
beide partijen, de eiser (of de verzoeker) en de gedaagde (of de verweerder)



Slide 5 - Tekstslide

Griffierechten
Wanneer betaal je de griffierechten: 
Vanaf de dag van de eerste terechtzitting (rolzitting) Deze staat in de dagvaarding.  

Als het griffierecht niet op tijd (binnen vier weken) wordt betaald, wordt de zaak niet inhoudelijk behandeld, maar de eiser of de verzoeker moet nog wel het griffierecht betalen (art. 282a Rv).

Betaalt de wederpartij, de gedaagde of de verweerder, de griffierechten niet op tijd (binnen vier weken), dan houdt de rechter geen rekening met het verweer van de wederpartij. Dit betekent meestal dat de vordering of het verzoek van de eiser of de verzoeker wordt toegewezen. Ook in dit geval moet de wederpartij nog wel het griffierecht betalen.

Slide 6 - Tekstslide

Toevoeging
De Grondwet in art. 18 lid 2 bepaalt dat het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen moet worden geregeld in een wet. Dat is gebeurd in de Wet op de rechtsbijstand. 

Toevoeging = gefinancierde rechtshulp voor mensen met een laag tot gemiddeld inkomen (ook mogelijk voor mediation)  

Er gelden inkomens- en vermogensnormen. 

In alle gevallen een eigen bijdrage

Slide 7 - Tekstslide

Toevoeging
Procedure
  • Aanvraagformulier opvragen bij advocaat of gemachtigde. 
  • De rechtshulpverlener vult formulier aan en stuurt deze naar de raad voor Rechtsbijstand. 
  • Contact met Belastingdienst inzake gegevens over  inkomen en het vermogen.
  • Raad voor Rechtsbijstand stelt vast of de cliënt in aanmerking komt voor een toevoeging en wat de hoogte van de eigen bijdrage is. 
  • Het toevoegingsbesluit gaat vervolgens naar de rechtshulpverlener. 
  • Na afronding ontvangt de rechtshulpverlener een vergoeding van de Raad voor Rechtsbijstand. 
  • Zelf int hij de eigen bijdrage van zijn cliënt.

Slide 8 - Tekstslide

Toevoeging
  • Bij beoordeling wordt niet alleen gekeken naar de financiële positie maar ook naar de aard van het juridisch probleem. 
  • Bezwaar maken kan bij de Commissie voor Bezwaar van de Raad voor Rechstbijstand
  • Beroep en hoger beroep ook mogelijk

Slide 9 - Tekstslide

Veroordeling in de kosten 
Art 237 Rv : de verliezende partij betaalt de proceskosten van de wederpartij. Geldt ook voor de partij met een toevoeging. 

Wel biedt art 237 Rv de rechter de mogelijkheid om de kosten te verdelen tussen de partijen.

Voor het honorarium van de advocaat van de winnende partij past men voor de vergoeding het zogenaamde liquidatietarief toe. 

Slide 10 - Tekstslide