Grammatica woordsoorten H4 - 3V

Vragen over grammatica zinsdelen H4?
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vragen over grammatica zinsdelen H4?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1. Op dit moment moet je in Nederland extra voorzichtig zijn. In deze zin is je een ...
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 10 - Quizvraag

2. Je (1) moet je schamen dat je het antwoord op je eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (1)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 11 - Quizvraag

3. Je moet je (2) schamen dat je het antwoord op je eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (2)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 12 - Quizvraag

4. Je moet je schamen dat je (3) het antwoord op je eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (3)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 13 - Quizvraag

5. Je moet je schamen dat je het antwoord op je (4) eigen hoofdvraag niet weet!

Benoem de woordsoort van je (4)
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord

Slide 14 - Quizvraag

6. Als het morgen mooi weer is, ga ik kamperen.

Benoem de woordsoort van het.
A
bepaald lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord

Slide 15 - Quizvraag

7. Omdat Rex het (1) oude bootje toch nooit meer gebruikt, wil hij het (2) verkopen.

Benoem de woordsoort van het (1).
A
bepaald lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord

Slide 16 - Quizvraag

8. Omdat Rex het (1) oude bootje toch nooit meer gebruikt, wil hij het (2) verkopen.

Benoem de woordsoort van het (2).
A
bepaald lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord

Slide 17 - Quizvraag

Vragen?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Hoe verlaat jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll