Werkvorm 'Welk Woord Weg'
Opdracht 1: Welk begrip kun je in het rijtje weglaten?
Opdracht 2: Kun je uit ieder rijtje ook nog een tweede begrip kiezen dat er om een andere reden niet bij hoort?
Voorbeeld: rood - zwart - groen - fiets
opdracht 1 : Ik laat fiets weg, omdat een fiets geen kleur is en de rest wel.
Opdracht 2: Ik kan zwart eventueel ook weglaten, omdat zwart technisch gezien geen kleur is.