23/24, H3, Drama, dltk 2, les 2: Verdieping de Grieken
Inhoud van deze Lesson Up:
Terugblik
Achtergrond informatie a: Dyonisia
Achtergrond informatie b: Tragedie en Komedie
Achtergrond informatie c: Koor versus Acteurs
Achtergrond informatie d: De Grote Drie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Inhoud van deze Lesson Up:
Terugblik
Achtergrond informatie a: Dyonisia
Achtergrond informatie b: Tragedie en Komedie
Achtergrond informatie c: Koor versus Acteurs
Achtergrond informatie d: De Grote Drie
Slide 1 - Tekstslide
Deeltaak 5: (het begin van de-) Theatergeschiedenis
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik vorige les
In de vorige LessonUp zijn de Grieken geïntroduceerd, de basis van de Westerse beschaving en daarmee ook van het theater.
Voor de eindopdracht is het de bedoeling dat jullie een bepaald onderdeel van deze theatergeschiedenis gaan presenteren. Op deze verschillende onderwerpen zoomen we tijdens deze LessonUp verder in.
Slide 3 - Tekstslide
de Grieken en theater
Toneel wordt al eeuwenlang gemaakt. Het tragedie wordt sinds de Grieken beschouwd als de belangrijkste toneelsoort. De Grieken bedachten zelfs een aantal regels waar aan een tragedie moest voldoen
Slide 4 - Tekstslide
Wist je dat:
- In de tijd van de Grieken alleen mannen toneel speelden
- In deze tijd de eerste theaters ontstonden
- Er in deze tijd altijd een koor meedeed in een toneelstuk
Slide 5 - Tekstslide
Onderwerpen:
a. Dionysos en de Dionysia. Stel Dionysos voor. Het doel van het festival. Wat gebeurde er allemaal? De theaterwedstrijd.
b. Tragedie en Komedie. Wat is een tragedie? Hoe zit het in elkaar, opbouw. Thema's van de tragedies. Wat was het doel van een tragedie bij het publiek.
c. Koor versus acteurs: maskers, protagonist/antagonist/tritagonist, spel, koor, mannen, Thespis (eerste acteur ever)
d. De grote 3. De belangrijkste tragedie schrijvers: Euripides, Aischylos, Sophocles. Verschillen en hun belangrijke stukken en thema's. De concurrentiestrijd tussen deze drie schrijvers.
Slide 6 - Tekstslide
Achtergrond informatie A..
De Grote Dyonisia:
Toneelfestival in Dionysustheater (Athene, 5e eeuw v. Chr.)
5 dagen eind maart (lente / extra publiek)
Voor iedereen toegankelijk
Wedstrijd
Subsidie & sponsoring
Slide 7 - Tekstslide
Aan de voet van de Akropolis
17.000 zitplaatsen (330 v.Chr.)
Slide 8 - Tekstslide
De Grote Dionysia
Organisatie
Dag 1 Beeld van Dionysus naar theater
Dag 2-4 3 dagen met tragedies Elke dag trilogie + satyrspel van 1 auteur Elke dag afgesloten met 1 komedie
Dag 5 Optocht, offers & prijsuitreiking
Slide 9 - Tekstslide
De Grote Dionysia
Toneelstukken
900 tragedies, 300 komedies (5e/4e eeuw)
Weinig tot geen reprises (in herhaling nemen van een stuk)
Slechts 44 werken van 4 auteurs overgeleverd
Aeschylos, Sophocles, Euripides (tragedie)
Aristophanes (komedie)
Slide 10 - Tekstslide
Achtergrond informatie, B
De verhalen uit deze tijd waren allemaal gebaseerd op mythes en historische verhalen.
Dit waren in het begin alleen tragedies waar in hele nare zaken gebeurden.
Later kwam hier het satyrespel bij. Deze verhalen kwamen in opbouw overeen met tragedies, maar waren vaak een stuk vrolijker.
Slide 11 - Tekstslide
Waaraan denk je aan bij het genre tragedie?
Slide 12 - Woordweb
Waar komt de term tragedie vandaan?
A
Menselijke ellende
B
Dansgroep
C
Bokkenzang
D
Toneelspeler
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
https:
Slide 15 - Link
Tragedies
vaak over Griekse mythologie
over morele kwesties
drie acteurs en koor
alleen mannen op toneel
muziek (koor en instrumenten)
vaste structuur, 1 locatie
dood buiten beeld, deus ex machina
Slide 16 - Tekstslide
Opbouw Tragedie
1. Proloog - Informatie over wat vooraf ging.
2. Parodos - Entree van het koor, expositie en het oproepen van de juiste stemming
3. 3 tot 6 episoden waarin de belangrijkste gebeurtenissen plaatsvinden
4. Exodus - Het einde: de spelers en koorleden verlaten het toneel. Meestal is er eenheid van tijd en plaats
Slide 17 - Tekstslide
De Komedie
Komos (feestelijke optocht voor Dionysius)
Revue met zang, dans, toneel
Woordgrappen, satire, maatschappijkritiek
Bizarre kostuums
Slide 18 - Tekstslide
Komedie
Vaste structuur:
parados: door 24ledig-koor (vaak gek gekleed en waar het stuk naar vernoemd is). Veel dansen en muziek.
agon: woordenwisseling tussen acteurs met fantastische plot elementen en snelle scènewisselingen
parabasis: koor spreekt direct tegen het publiek en spreekt als de schrijver.
exodos: koor doet nog een optreden met liederen en dans
Slide 19 - Tekstslide
grappig, maar ook kritiek! volkomen absurde situaties
gebruikt elementen uit religie, maar niet over mythes
tijdens de Dionysia (festival Athene)
alleen mannen op het toneel, met maskers en kostuums andere rollen
drie acteurs voor alle spreekrollen, de rest is koor (soms als dieren)
meerdere rollen en dus snelle veranderingen en herkenbare kostuums en maskers nodig!
komedies werden gespeeld in dezelfde theaters als tragedies
nog maar 12 bewaard gebleven! (11 van Aristophanes)
Slide 20 - Tekstslide
Opbouw Komedie
1. Proloog - Informatie over wat vooraf ging.
2. Parodos - Entree van het koor, expositie en het oproepen van de juiste stemming
3. Agon - De verdiensten uit de proloog. Het stuk wordt hierbij in tweeën gedeeld: het sociaal/ politiek probleem en de resultaten van de overname van het ideaal.
4. Kosmos - Het einde, er is verzoening van alle figuren.
Slide 21 - Tekstslide
Noem een verschil tussen tragedies en komedies:
Slide 22 - Open vraag
Achtergrondinformatie C
In deze tijd ontstond de eerste vorm van het theater. In eerste instantie waren er nauwelijks acteurs. Alle teksten werden uitgesproken door het koor.
Hier voegde zich later de eerste acteur bij. Deze speler speelde alle rollen en werd ook wel de protagonist genoemd.
Later werd hier een tegenspeler aan toegevoegd. Deze werd de antagonist genoemd. Dit was vaak de anti-held van het stuk.
Als laatste voegde men hier de derde acteur aan toe. Hij werd de tritagonist genoemd en speelde een bemiddelende rol tussen de eerste en tweede acteur.
Slide 23 - Tekstslide
Er waren dus maar drie acteurs, hoewel ze wel meerdere rollen speelden. Met behulp van maskers konden de acteurs dit duidelijk maken aan het publiek. Daarbij mochten alleen mannen spelen in het theater. De maskers werden dus ook gebruikt om vrouwenrollen aan te duiden.
Slide 24 - Tekstslide
Achtergrondinformatie D
De grote drie
Slide 25 - Tekstslide
Slag bij Salamis (480)
Aeschylus vocht in deze beroemde zeeslag tegen de Perzen mee, Sophocles zong als jongeman in het overwinningskoor en Euripides zou op de dag van deze strijd geboren zijn…
Slide 26 - Tekstslide
Aeschylos (525-456)
90 tragedies
7 over (trilogie Oresteia)
Uitheemse kostuums/dans
2 acteurs, grote rol koor
Geen toeval, maar invloed van goddelijke gerechtigheid
Slide 27 - Tekstslide
Sophocles (495-406)
123 stukken
7 tragedies overgebleven
24x eerste prijs
Introductie 3e acteur (tritagonist)
Koor heeft commentaarfunctie
Aandacht voor karakter van personages
Slide 28 - Tekstslide
Euripides (480-406)
92 tragedies
18 overgeleverd
Slechts 5x eerste prijs
Griekse Verlichting (na Salamis)
Grote nadruk op psychologie van de personages (vrouwen)
--> de mens is verantwoordelijk
Slide 29 - Tekstslide
Euripides
geboren in Salamis rond 480 v. C.
goede opleiding
schreef vaak vanuit grot
2x ongelukkig getrouwd
won 5x eerste prijs op Dionysia
schreef meer dan 90 stukken, maar 19 bewaard
modernere thema's; meer psychologische stukken
Slide 30 - Tekstslide
Samenvatting:
De bekendste 3 tragedieschrijvers
Aeschylus: 90 geschreven, 7 bewaard (2 acteurs en koor in stuk. Koor betrokken) bekendste werk: Oresteia (trilogie, Agamemnon is deel 1)
Sophocles: 123 geschreven, 7 bewaard (3 acteurs en koor. Koor geeft commentaar) bekendste werken: Oedipus, Antigone