VWO 2 Unit 3.3 + 3.4 (22 January 23/24)

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Unit 3
Australia

Slide 2 - Tekstslide

Homework
  • Study: words Unit 3!!
  • Paragraph 3. 4 Exercises 1 t/m 7
  • Practise grammar: https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/hulpwerkwoorden/can-could-to-be-able-to/

Slide 3 - Tekstslide

Today:
  1. Welcome & lesson goals (5 minutes)
  2. Warming up (Mitch Tambo)
  3. Expressions
  4. 3.4: Grammar instruction: can, could, to be able to, to be allowed to
  5. Task  (25 minutes)
  6. Repetitie TW 2 (when there is time left)
  7. End of lesson (5 minutes)

Slide 4 - Tekstslide

Lesson goals
  • Students:

  1. know how and when to use: can, could, to be able to, to be allowed to.

Slide 5 - Tekstslide

Mitch Tambo - Walanbaa
  • Yidaki player, traditional dancer, singer/songwriter and an actor. 
  • Currently based in Melbourne Australia. 
  •  ‘Walanbaa’ is a Gamilaraay word meaning hard/solid/tough/strong.
  • This one is all about celebrating the strength of the men and women on country. 
  • When he wrote that song there was a lot happening on Gamilaroi country around mining and the desecration of land and sacred sites. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Aboriginal art
  1. What, in your opinion, makes this type of art typically Australian and/or Aboriginal?
  2. Write down the conclusion of your discussion.

Exercise 5  (10 minutes)
fill in the correct expression in the table. Finished? Have a conversation with your classmate, use the table with the expressions.
stopwatch
00:00

Slide 8 - Tekstslide

Grammar instruction

Slide 9 - Tekstslide

Can, could, to be able to, to be allowed to
  • Can: kunnen, mogen
  • Could: zou kunnen, zou mogen, verleden tijd van can
  • To be able to: kunnen, in staat zijn om - kan in alle tijden gebruikt worden
  • To be allowed to: mogen, kan in alle tijden gebruikt worden 

Slide 10 - Tekstslide

Om te zeggen dat iets mogelijk is:
...can of could gebruiken.
Can       betekent dat het waarschijnlijk is.
Could    betekent dat het iets minder waarschijnlijk is.

This can be very tricky.            Dit kan erg lastig zijn.
This could be very tricky.          Dit zou erg lastig kunnen zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Het vermogen, de vaardigheid, de mogelijkheid 
om iets te doen: 
can, could of to be able to
gebruiken.
Can gebruik je alleen in de present simple
Could gebruik je voor iets wat je mogelijk zou kunnen, en soms als verleden tijd van can
To be able to kun je met alle werkwoord tijden gebruiken

Slide 12 - Tekstslide

Het vermogen, de vaardigheid, de mogelijkheid 
om iets te doen: 
Can gebruik je alleen in de present simple:
  • I can help him.                                   Ik kan hem helpen.                     (tt -present simple)

Could gebruik je voor iets wat je mogelijk zou kunnen, en als verleden tijd van can
  • I could help him.                               Ik zou hem kunnen helpen.    (zou kunnen)
  • I could help him.                               Ik kon ik hem helpen.              (verleden tijd)

To be able to kun je met alle werkwoord tijden gebruiken
  • Luckily, I am able to help him.    Gelukkig kan ik hem helpen.  (tt - present simple)
  • Luckily, I was able to help him   Gelukkig kon ik hem helpen.   (verleden tijd)

Slide 13 - Tekstslide

Toestemming om iets te doen
Can gebruik je alleen in de present simple:
  • Dad says I can stay until 11 p.m.      Pap zegt dat ik tot 11 uur mag blijven.

Could gebruik je voor iets wat je mogelijk zou kunnen, en als verleden tijd van can
  • Dad said I could stay until 11 p.m.     Pap zei dat ik tot 11 uur mocht blijven.

To be allowed to to kun je met alle werkwoord tijden gebruiken
  • Are you allowed to stay until 11 p.m.?   Mag jij tot 11 uur blijven?
  • Were you allowed to stay until 11 p.m.? Mocht jij tot 11 uur blijven? 

Slide 14 - Tekstslide

We ... saw the mountains yesterday, but today we can't.
A
can
B
could
C
were able to
D
were allowed to

Slide 15 - Quizvraag

Luke has passed his driving test, now he .... drive a car.
A
can
B
could
C
is able to
D
is allowed to

Slide 16 - Quizvraag

I ... (never speak) Spanish as well as my brother.
A
can never speak
B
could never speak
C
have never been able to
D
have never been allowed to

Slide 17 - Quizvraag

You .... talk during a test.
A
can't
B
couldn't
C
aren't able to
D
aren't allowed to

Slide 18 - Quizvraag

When he was 40, he ... play six instruments.
A
can
B
could
C
was able to
D
was allowed to

Slide 19 - Quizvraag

... lend me a pen, please?
A
Can
B
Could
C
Are you able to
D
Are you allowed to

Slide 20 - Quizvraag

I ... use the internet as much as I like at home.
A
can't
B
couldn't
C
am not able to
D
am not allowed to

Slide 21 - Quizvraag

I ... play Für Elise on the piano since I was 9 years old.
A
can
B
could
C
have been able to
D
have been allowed to

Slide 22 - Quizvraag

I know when the difference between
can, could, to be able, to be allowed to.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

I know how to use can, could, to be able, to be allowed to.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Reading strategy
Preparing to read

It helps if you/ve already got a rough idea about the text:

  1. Look at the lay-out
  2. look at the images
  3. look at the headings

Slide 25 - Tekstslide

TASK
Start with your homework
www.readtheory.org
Study words

Slide 26 - Tekstslide