In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Bijwoorden/ Adverbs: word order
Slide 1 - Tekstslide
Aims & programme
I can use and put different kind of adverbs in the correct place in a sentence
show what you know
instruction
practise
homework
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent 'adverb of frequency?
A
bijwoord van bepaalde tijd
B
bijwoord van tijd
C
bijwoord
D
bijwoord van onbepaalde tijd
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent 'adverb of place?
A
bijwoord van waar
B
bijwoord van waarheen
C
bijwoord van waar of waarheen
D
bijwoord tijd
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent 'adverb of time?
A
bijwoord van hoe
B
bijwoord van wanneer
C
bijwoord van waar
D
bijwoord waarheen
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn adverbs of frequency?
A
am / is / are / was / were
B
always / never / often
C
work / play / eat
D
to be / was were / been
Slide 6 - Quizvraag
What kind of adverb is the word in brackets? I (usually) go shopping on Sundays
A
Adverb of frequency
B
Adverb of manner
C
Adverb of place
D
Adverb of time
Slide 7 - Quizvraag
What kind of adverb is the word in brackets? I go shopping on Sundays ( in the afternoon)
A
Adverb of frequency
B
Adverb of manner
C
Adverb of place
D
Adverb of time
Slide 8 - Quizvraag
What kind of adverb is the word in brackets? Shelly is (never) late for an appointment.
A
Adverb of frequency
B
Adverb of manner
C
Adverb of place
D
Adverb of time
Slide 9 - Quizvraag
What kind of adverb is the word in brackets? I can't wait until I am able to travel (abroad) again
A
Adverb of frequency
B
Adverb of manner
C
Adverb of place
D
Adverb of time
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Adverbs
Place
Time
Frequency
Slide 12 - Tekstslide
Adverbs of place & time
Waar? Adverbs of place and time komen altijd achteraan in de zin.
Eerst de plaats en dan de tijd:
We are going to swimin the laketomorrow.
My parents arein Nijmegentoday.
I am seeing Pink's new concert at the Ziggo Domein July.
Slide 13 - Tekstslide
Pizza ( P - Place)
Toetje ( T - Toetje)
Slide 14 - Tekstslide
EN:
Als het extra belangrijk is om te vermelden wanneer iets gebeurde dan zet je de verwijzing naar tijdhelemaal vooraan in de zin:
In July, we are seeing Pink's new concert in the Ziggo Dome.
On Sunday, the minister announced that schools would be closed for three weeks.
Slide 15 - Tekstslide
Adverbs of frequency
Geven aan hoe vaak iets gebeurd.
Waar? Voor het hoofdwerkwoord
We alwaysstart the day with breakfast.
Slide 16 - Tekstslide
EN:
Als er am/are/is/was/were ( to be) in de zin staat komt de adverb of frequency erachter.
He isalwayslate.
We are usually on time.
Slide 17 - Tekstslide
Again
Short summary in English
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht:
Zet bij de volgende opdracht alle woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken. Zorg dat je elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Veel succes!
Slide 21 - Tekstslide
in the garden / Peter / yesterday / worked
Slide 22 - Open vraag
always / I / visit/ my grandmother / on Fridays /
Slide 23 - Open vraag
this weekend / to go / do you want / to the cinema / ?
Slide 24 - Open vraag
is / my brother / mostly / out in the sun
Slide 25 - Open vraag
my parents / next week / won't go / probably / to work
Slide 26 - Open vraag
always / in the weekend / watches TV / my little brother