DV1 les digitale getallen delen

Decimale getallen
delen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
rekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Decimale getallen
delen

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Je kunt decimale getallen delen door 10 en door 100.

Je kunt decimale getallen delen door 0,1 en 0,01

Je kunt de komma op de juiste plaats zetten bij een deling met decimale getallen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over decimale getallen?

Slide 3 - Woordweb

optellen en aftellen

komma's boven elkaar
werk van rechts naar links
vermenigvuldigen

x 10 = komma 1 naar rechts
x 0,1 = komma 1 naar links

eerst schatten
dan uitrekenen zonder komma
dan komma plaatsen

Slide 4 - Tekstslide

3,18 + 1,67 =
A
4,75
B
4,71
C
4,85
D
4,93

Slide 5 - Quizvraag

5,13 - 2,67
A
3,54
B
2,46
C
3,56
D
2,56

Slide 6 - Quizvraag

3,15 x 10 =
A
31,5
B
315
C
315,0
D
0,315

Slide 7 - Quizvraag

2,98 x 0,1 =
A
298
B
2,98
C
29,8
D
0,298

Slide 8 - Quizvraag

8,13 x 2,5 =
A
2,0325
B
20,325
C
203,25
D
2032,5

Slide 9 - Quizvraag

Als je een decimaal getal x 10 doet, schuift de komma 1 plaats naar rechts.


Als je een decimaal getal deelt door 10, schuift de komma 1 naar links.
0,315 x 10 = 3,15
3,15 x 10 = 31,5
31,5 x 10 = 315,0 of 315


0,315 : 10 = 3,15
3,15 : 10 = 31,5
31,5 : 10 = 315,0 of 315

Slide 10 - Tekstslide

31,8 x 10 =

Slide 11 - Open vraag

23,34 x 10 =

Slide 12 - Open vraag

45,67 : 10 =

Slide 13 - Open vraag

1,23 : 10 =

Slide 14 - Open vraag

als je een decimaal getal x 0,1 doet, schuift de komma 1 plaats naar links.


als je een decimaal getal deelt door 0,1, schuift de komma 1 plaats naar rechts.
3,5 x 0,1 = 0,35
33,5 x 0,1 = 3,35



3,5 : 0,1 = 35,0 of 35
3,35 : 0,1 =33,5

Slide 15 - Tekstslide

1,3 : 0,1 =

Slide 16 - Open vraag

12,34 : 0,1 =

Slide 17 - Open vraag

12,34 x 0,1 =

Slide 18 - Open vraag

vermenigvuldigen met komma

1. maak een schatting

2. reken uit zonder komma

3. zet de komma op de juiste plaats
delen met komma

1. maak een schatting

2. reken uit zonder komma

3. zet de komma op de juiste plaats

Slide 19 - Tekstslide



1. Maak een schatting

2. Reken uit zonder komma

3. Plaats de komma op de juiste plaats
7,50 : 2,5 =

8 : 2 = 4

750 : 25 = 30

antwoord rond de 4, dus 30 wordt 3,0

Slide 20 - Tekstslide

20,25 : 1,5 =
A
0,135
B
1,35
C
13,5
D
135

Slide 21 - Quizvraag

24,8 : 4 =
A
62
B
6,2
C
0,62
D
620

Slide 22 - Quizvraag

37,4 : 1,7 =
A
0,22
B
220
C
2,2
D
22

Slide 23 - Quizvraag

Vind je vermenigvuldigen lastig?

Kijk hier: 

https://www.meneermegens.nl/hoofdrekenen/vermenigvuldigen/
Vind je delen lastig?

Kijk hier:
https://www.meneermegens.nl/hoofdrekenen/delen-staartdeling/
of hier:
https://www.meneermegens.nl/hoofdrekenen/delen/

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Boek A
Paragraaf 3.3 blz. 86
Som 1, 3, 5, 8, 10, 11, 12, 13

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Wat is nog moeilijk?

Slide 27 - Woordweb