Wonen en huishouden

Wonen en huishouden 
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

Onderdelen in deze les

Wonen en huishouden 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat zijn micro-organismen?

Slide 3 - Open vraag

Waar gaan micro-organismen van dood?
A
desinfectiemiddel
B
chloor
C
ajax
D
Glassex

Slide 4 - Quizvraag

Schoonmaakmiddelen 




Onderhoudsmiddelen: een extra beschermlaag aanbrengen 

Reinigingsmiddel: aangekleefd vuil losmaken 

Desinfecteermiddelen:  

Slide 5 - Tekstslide

functie van reinigingsmiddelen

A
aangekleefd vuil losmaken
B
micro-organismen doden
C
een extra beschermlaag aanbrengen

Slide 6 - Quizvraag

Wassymbolen

Slide 7 - Tekstslide

Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 8 - Sleepvraag

Wat staat er op het samenstellingsetiket?
A
hoe je de was moet wassen
B
Waar het textiel van is gemaakt
C
de wasvoorschriften
D
wassymbolen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekenen deze wassymbolen?
A
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = heet strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag in de droger
B
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = warm strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag in de droger
C
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = lauw strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag niet in de droger
D
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = warm strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag niet in de droger

Slide 10 - Quizvraag

Gevaarsymbolen 

Slide 11 - Tekstslide

Welk gevaarsymbool zie hier?
A
Ontvlambaar
B
Milieugevaarlijk
C
Irriterend
D
Lange termijn gezondheidsgevaar

Slide 12 - Quizvraag

Welk gevaarsymbool zie je hier?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Oxiderend
D
Irriterend

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht
1. Maak de zinnen af.....
2. Sleep de gevaarsymbolen bij de juiste betekenis



timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Stappen was sorteren 
1. Controleer het wasgoed 
2. Verdeel het wasgoed in vier groepen
3. Maak wasstapels (op temperatuur, kleur)
4. Stop het in de wasmachine en kies het juiste programma 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

wat weet je nog van de schijf van vijf?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Video

Wat hoort waar in de schijf van vijf?

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

Welk brood kun je het beste eten

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Wat betekent zelfredzaamheid?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Wat is GEEN ouderdomsziekten?
A
Dementie
B
Artrose
C
Ziekte van Parkinson
D
COPD

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

wat weet je nog van de schijf van vijf?

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Video

Wat hoort waar in de schijf van vijf?

Slide 30 - Sleepvraag

Wat is de functie van de schijf van vijf?
A
Het helpt je niet dik te worden
B
Het geeft aan hoe je gezond blijft
C
Het is een hulpmiddel om gevarieerd te eten
D
Het maakt wekelijkse menu's om gezond te eten

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Welk brood kun je het beste eten

Slide 33 - Open vraag

Hoe heet zo'n doek?
A
Een theedoek
B
Een werkdoek
C
Een vaatdoek
D
Een microvezeldoek

Slide 34 - Quizvraag

Hieronder staan zes stappen voor het gebruiken van een microvezeldoek.
Zet de stappen in de juiste volgorde.
1 Vouw de microvezeldoek op.
2 Maak de microvezeldoek klamvochtig nat.
3 Neem het te reinigen oppervlak af.
4 Doe vers water in de sproeiflacon.
5 Controleer de ruimte en ruim alles op.
6 Verzamel de benodigde materialen.


A
5,2,3,1,4,6
B
2,3,1,4,6,5
C
6,4,1,2,3,5
D
6,4,2,1,3,5

Slide 35 - Quizvraag

gebruik je ..... schoonmaakmiddel bij een microvezeldoek
A
beetje
B
geen
C
veel

Slide 36 - Quizvraag

Reinigheidsniveaus
  • Ruwschoon: Lage eisen aan schoonmaken. Bijvoorbeeld een berging/garage.
  • Huishoudelijk schoon: Zichtbare vuil is weg. Nog wel bacteriën in de ruimte. Bijv. woonkamer.
  • Smetschoon: Een ruimte waar zelfs de bacteriën gedood zijn. 

Slide 37 - Tekstslide

Ruwschoon
Welke ruimte hoort niet ruwschoon zijn.
A
De huiskamer
B
Een schuur
C
Een garage
D
Een kelder

Slide 38 - Quizvraag

Als je 1 x per maand de ramen lapt heet dit
A
periodieke schoonmaak
B
regelmatig schoonmaken
C
huishoudelijk schoon
D
ruwschoon

Slide 39 - Quizvraag

Er zijn verschillende schoonmaakniveaus.
Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Smetschoon
B
Huishoudelijk schoon
C
Brandschoon
D
Ruwschoon

Slide 40 - Quizvraag

Welk reinigingsniveau hoort bij een operatiekamer
A
ruwschoon
B
smetschoon
C
huishoudelijk schoon

Slide 41 - Quizvraag

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was ophangen
Wassen
Was controleren
Was strijken
Was opvouwen

Slide 42 - Sleepvraag

Slide 43 - Video

Welke hulp krijgt Karin?

Slide 44 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van thuis blijven wonen vindt Karin?

Slide 45 - Open vraag

Bij welke beperking heb je rolstoel nodig?
A
een auditieve beperking
B
een verstandelijke beperking
C
een motorische beperking
D
een visuele beperking

Slide 46 - Quizvraag

Visuele beperking
Auditieve beperking

Slide 47 - Tekstslide

Motorische beperking                               Verstandelijke beperking 

Slide 48 - Tekstslide

Welke soort beperking hoort bij deze beschrijving?
Christa van twaalf jaar heeft een denkniveau van een zesjarige.
Willem communiceert met gebarentaal. 
Noah is spastich.
Emre heeft een blindegeleide hond. 
Doortje heeft het syndroom van Down.
Auditieve 
Motorische 
Verstandelijke 
Visueel 
Verstandelijke 

Slide 49 - Sleepvraag

24 uur per dag zorg of toezicht die chronisch nodig zal zijn
 Medische zorg behandeling of verpleeging. Leren omgaan met verstandelijke beperking
Hulp bij opvoedproblemen, bij gedragsproblemen of begeleiding en persoonlijke zorg van een kind met een milde handicap.
 Kosten voor hulpmiddelen. 
WLZ
ZVW
Jeugdwet
WMO

Slide 50 - Sleepvraag

Slide 51 - Video

Welke voordelen van thuistechnologie heb je gezien in de film?

Slide 52 - Open vraag

Wat is DOMOTICA??
A
Domotica is een computer voor elektrotechniek
B
Domotica is een spel op je telefoon.
C
Met Domotica kan ik op mijn schoen verschillende plaatjes maken
D
Domotica bestaat niet

Slide 53 - Quizvraag

Soorten vragen
Gesloten vragen: ja of nee, of een antwoord van 1 woord
Open vragen: hoe, wat, waar, waardoor, wanneer en waarom

Slide 54 - Tekstslide

Wat vind je van de sfeer in de klas?
A
open
B
gesloten

Slide 55 - Quizvraag

Mag ik u interviewen?
A
open
B
gesloten

Slide 56 - Quizvraag