D2Toets woordsoorten en samengestelde zinnen
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Met wie ga je morgen fietsen na school?
Slide 2 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Met wie ga je morgen fietsen na school?
Slide 3 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Met wie ga je morgen fietsen na school?
Slide 4 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Met wie ga je morgen fietsen na school?
Slide 5 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Met wie ga je morgen fietsen na school?
Slide 6 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Met wie ga je morgen fietsen na school?
Slide 7 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Het heeft vannacht gevroren.
Slide 8 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Zij heeft haar haar netjes gekamd.
Slide 9 - Open vraag
Benoem het onderstreepte woord. Kies uit: blw, olw, bn, zn, hww, zww, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw.
Zij heeft haar haar netjes gekamd.
Slide 10 - Open vraag
Maak een zin in de onderstaande volgorde.
pers.vnw - hww - vz - bez.zn - zn -zww
pers.vnw - hww - vz - bez.zn - zn -zww
Slide 11 - Open vraag
Maak een zin in de onderstaande volgorde.
olw - bn - zn - hww - vz - pers.vnw - bez.vnw - zn -zww.
olw - bn - zn - hww - vz - pers.vnw - bez.vnw - zn -zww.
Slide 12 - Open vraag
In een bijzin staan onderwerp en persoonsvorm nooit naast elkaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
wat is de structuur van deze zin?
Als jij de rotzooi opruimt en ik alles poets, dan zijn we op tijd klaar.
Als jij de rotzooi opruimt en ik alles poets, dan zijn we op tijd klaar.
A
HZ+BZ+HZ
B
BZ+BZ+BZ
C
BZ+BZ+HZ
D
BZ+HZ+BZ
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de structuur van deze zin?
Sanne is altijd erg nerveus voor de toets, dus probeert ze altijd een samenvatting te maken, zodat ze goed voorbereid is.
Sanne is altijd erg nerveus voor de toets, dus probeert ze altijd een samenvatting te maken, zodat ze goed voorbereid is.
A
HZ+HZ+HZ
B
HZ+HZ+BZ
C
HZ+BZ+BZ
D
BZ+HZ=BZ
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de structuur van deze zin?
Als de domeinklassen werken aan een project, kunnen ze stil zijn, maar meestal zijn ze erg druk.
Als de domeinklassen werken aan een project, kunnen ze stil zijn, maar meestal zijn ze erg druk.
A
BZ+BZ+HZ
B
HZ+BZ+BZ
C
HZ+BZ+HZ
D
HZ+HZ+HZ
