4V Beco BedrStar 2.3

2.4b
A
8.000 - 4.500
B
8.000 - 5.445
C
9.680 - 4.500
D
9.680 - 5.445
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4b
A
8.000 - 4.500
B
8.000 - 5.445
C
9.680 - 4.500
D
9.680 - 5.445

Slide 1 - Quizvraag

Debiteuren ?
A
+ 8.000
B
+ 9.680

Slide 2 - Quizvraag

Voorraad ?
A
- 4.500
B
- 5.445

Slide 3 - Quizvraag

BTW ?
A
Te vorderen BTW + 1.680
B
Te betalen BTW + 1.680

Slide 4 - Quizvraag

Eigen Vermogen ?
A
+ 3.500
B
+ 8.000

Slide 5 - Quizvraag

Mutaties waarbij het Eigen Vermogen een rol speelt hebben invloed op het resultaat
( behalve priveopnames en privestortingen )

Deze moeten we ook op de Resultatenrekening / Winst- en Verliesrekening verwerken. Zo krijgen we inzicht in het resultaat van de onderneming over een bepaalde periode

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Resultatenrekening
Een resultatenrekening geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Zijn de opbrengsten groter dan de kosten dan maakt het bedrijf winst. Zijn de kosten hoger dan de opbrengsten dan is er sprake verlies.

Slide 8 - Tekstslide

Resultatenrekening (RR)
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
3.000
omzet
4.000
rente
250
huur 
500
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
4.500

Slide 9 - Tekstslide

Resultatenrekening (RR)
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
3.000
omzet
4.000
rente
250
huur 
500
afschrijvingen
500
winst
750
totaal
4.500
totaal
4.500

Slide 10 - Tekstslide

Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
1.500
omzet
2.000
rente
250
rente
100
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
2.100
2.250
150
2.100
2.250

Slide 11 - Sleepvraag

Resultaten rekening
resultatenrekening
Kosten
Opbrensten
Inkoopwaarde 
Omzet 
kosten
winst (komt bij het e.v.)
verlies (gaat van het e.v. af)
totaal
totaal 

Slide 12 - Tekstslide

Op 1/1/2020 bedraagt het Eigen Vermogen € 80.000,-. De onderneming draait goed en maakt winst. De eigenaar maakt elke maand € 2.000,- over naar zijn prive rekening om zijn woonlasten e.d. te kunnen betalen. Op 31/12/2020 bedraag het Eigen Vermogen € 110.000,-. Wat was het resultaat over 2020?
A
€ 30.000,-
B
€ 6.000,-
C
€ 54.000,-
D
€ 24.000,-

Slide 13 - Quizvraag

Formules
Nettoresultaat = EVnieuw - EVoud + priveopnames - privestortingen


EVnieuw = EVoud + nettoresultaat - priveopnames + privestortingen 

Slide 14 - Tekstslide

kosten
februari
2016
opbrengsten
inkoopprijs verkocht ijs
1.600
omzet
4.000
afschrijving ijscokar
400
rente
160
saldo winst
totaal
totaal
activa
1 februari
2016
passiva
ijscokar
2.000
eigen vermogen
1.200
voorraad ijs
600
lening
1.600
banksaldo
600
crediteuren
400
totaal
3.200
totaal
3.200
activa
1 maart
2016
passiva
ijscokar
eigen vermogen
voorraad ijs
600
lening
1.500
banksaldo
crediteuren
100
totaal
totaal
Van de winst blijft 200 in het eigen bedrijf.
1.600
1.400
4000
3000
1.840
800
3000
4000

Slide 15 - Sleepvraag

antwoorden
winst = opbrengsten - kosten = 4.000 - 1.600 - 400 - 160 = 1.840
banksaldo = 600 + 4.000 - 1.600 - 160 - 100 ( afgelost op lening ) - 300 ( crediteuren betaald ) - 1.640 ( winst naar eigenaren ) = 800
Of 1.400 + 1.500 + 100 - 1.600 - 600 = 800
berekening eigen vermogen:
Eigen vermogen = 1.200 + 200 = 1.400

Slide 16 - Tekstslide

Hw. 2.17, 2.18, 2.19

Slide 17 - Tekstslide