In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.4 4 november
A
Voorraad + 36.000
Bank - 36.000
B
Voorraad + 36.000
Crediteuren + 36.000
Slide 1 - Quizvraag
3.4 18 november
A
Voorraad - 57.800
Debiteuren + 57.800
B
Voorraad - 42.900
Debiteuren + 57.800
EV + 14.900
Slide 2 - Quizvraag
3.4 26 november
A
Rabobank - 6.100
EV - 6.100
B
Rabobank - 6.100
Crediteuren - 6.100
Slide 3 - Quizvraag
3.4 30 november
A
Vaste Activa - 2.000
EV - 2.000
B
Vaste Activa + 2.000
Rabobank - 2.000
Slide 4 - Quizvraag
3.4 antwoorden
24 november:
Kas - 3.500 EV - 3.500
25 november
Rabobank - 2.000
Kas + 2.000
b Nieuw balanstotaal 1.360.000, Nieuw EV = 153.300
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 3.4 C
Slide 6 - Tekstslide
Mutaties waarbij het Eigen Vermogen een rol speelt hebben invloed op het resultaat
( behalve priveopnames en privestortingen )
Deze moeten we ook op de Resultatenrekening / Winst- en Verliesrekening verwerken. Zo krijgen we inzicht in het resultaat van de onderneming over een bepaalde periode
Slide 7 - Tekstslide
Resultatenrekening
Een resultatenrekening geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Zijn de opbrengsten groter dan de kosten dan maakt het bedrijf winst. Zijn de kosten hoger dan de opbrengsten dan is er sprake verlies.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Resultatenrekening (RR)
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
3.000
omzet
4.000
rente
250
huur
500
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
4.500
Slide 10 - Tekstslide
Resultatenrekening (RR)
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
3.000
omzet
4.000
rente
250
huur
500
afschrijvingen
500
winst
750
totaal
4.500
totaal
4.500
Slide 11 - Tekstslide
Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
1.500
omzet
2.000
rente
250
rente
100
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
2.100
2.250
150
Slide 12 - Sleepvraag
Resultaten rekening
resultatenrekening
Kosten
Opbrensten
Inkoopwaarde
Omzet
kosten
winst (komt bij het e.v.)
verlies (gaat van het e.v. af)
totaal
totaal
Slide 13 - Tekstslide
Winst-en-verliesrekening
Als de winst-en-verliesrekening in balansvorm wordt opgesteld dan moet totaalbedrag debet- en creditzijde in balans zijn
Bereken het totaalbedrag van beide kanten. Bereken het verschil tussen beide kanten dit is winst of verlies. Voeg de post winst of verlies toe met het berekende verschil
De winst-en-verliesrekening wordt gemaakt aan het einde van een periode, bijvoorbeeld aan het einde van een maand
In de maand wordt bij ieder financieel feit bekeken of er sprake is een verandering op de winst-en-verliesrekening
Zo ja, dan wordt er een mutatie (= verandering) op de winst-en-verliesrekening gemaakt
Slide 17 - Tekstslide
Mutaties op de winst-en-verliesrekening
een + of - teken gebruik je niet bij winst-en-verliesrekening
uit de omschrijving moet duidelijk blijken van wat voor kosten/ opbrengsten sprake is
Debet en credit hoeven op een mutatiebalans w-e-v niet in balans te zijn. Het verschil is de toe- of afname van het eigen vermogen als gevolg van het financiële feit
Slide 18 - Tekstslide
3.4 18 november
Balansmutatie
Voorraad - 42.900 Eigen Vermogen + 14.900
Debiteuren + 57.800
Mutatie RR
Inkoopwaarde omzet 42.900 Omzet 57.800
Slide 19 - Tekstslide
3.4 24 november
Balansmutatie
Kas - 2.200 Eigen Vermogen - 2.200
Mutatie RR
Diverse kosten 2.200
Slide 20 - Tekstslide
Hw.
Opgave 3.7
Slide 21 - Tekstslide
3.7 Welke gebeurtenis behoort niet tot de kosten?
A
Verkoopkosten
B
Afschrijvingskosten
C
Aankoop auto
D
Interestkosten
Slide 22 - Quizvraag
3.7 De brutowinst bedraagt ...
A
€ 88.900,-
B
€ 160.700,-
Slide 23 - Quizvraag
3.7 De bedrijfskosten bedragen ...
A
€ 71.800,-
B
€ 1.886.100,-
Slide 24 - Quizvraag
Op 1/1/2020 bedraagt het Eigen Vermogen € 80.000,-. De onderneming draait goed en maakt winst. De eigenaar maakt elke maand € 2.000,- over naar zijn prive rekening om zijn woonlasten e.d. te kunnen betalen. Op 31/12/2020 bedraag het Eigen Vermogen € 110.000,-. Wat was het resultaat over 2020?
Geeft inzicht in het verloop van het bedrag aan liquiditeiten (bank en kas) waarover de onderneming kan beschikken.
saldo bank + kas begin van de periode (kan ook boven ontvangsten vermeld staan)
Slide 27 - Tekstslide
Liquiditeitsoverzicht opstellen
Ga bij elke balansmutatie na of er een verandering is van de balanspost bank of kas. Tel soortgelijke ontvangsten en uitgaven bij elkaar op en neem deze op in het liquiditeitsoverzicht