Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1-2-3 Geldzaken
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Rekenmiddel
als je met geld het verschil wilt berekenen tussen 2 producten
Slide 5 - Tekstslide
Spaarmiddel
je geeft je geld niet uit, maar zet het op een spaarrekening (of in een oude sok), om dit geld later te gebruiken
Slide 6 - Tekstslide
Ruilmiddel
als je een product koopt, in ruil voor geld
(=indirecte ruil)
Slide 7 - Tekstslide
DNB
- monopolie op het uitgeven van geld (sinds 1863), sinds de invoering van de euro is dit de taak van de ECB
- samenwerken met ECB
ECB
- waarde van de euro gelijk houden
- betalingsverkeer soepel houden
- op banken letten, zodat ze niet teveel risico's nemen (we willen geen bankencrisis meer)
Slide 8 - Tekstslide
toenemende arbeidsspecialisatie -> geld
1. producten om basisbehoeften te bevredigen
2. meer producten dan je nodig hebt -> specialisatie
3. producten ruilen
4. lastig! hoeveel kaas voor 1 stuk vlees?
5. handig! vast ruilgoed
Slide 9 - Tekstslide
vast ruilgoed (directe ruil)
veel verschillende ruilgoederen:
zout, schelpen, bloembollen
de meesten bederfelijk of in waarde dalend
daarom
GOUD
Slide 10 - Tekstslide
waarden van geld
nominaal: de waarde die op het geldstuk/bankbiljet staat
intrinsiek: de waarde die het kost om het te maken
Intern: koopkracht waarde= hoeveel kun je kopen
Extern: waarde tov ander munt (wisselkoers)
vroeger was deze waarde gelijk, nu niet meer
fiduciair geld- > geld dat is gebaseerd op vertrouwen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Henk zet € 100 op spaarrekening
A
spaarmiddel
B
ruilmiddel
C
rekenmiddel
Slide 13 - Quizvraag
Anne betaalt € 300 van haar lening terug aan de bank
A
spaarmiddel
B
ruilmiddel
C
rekenmiddel
Slide 14 - Quizvraag
Tim koopt € 200 boodschappen bij de AH
A
spaarmiddel
B
ruilmiddel
C
rekenmiddel
Slide 15 - Quizvraag
Luc betaalt een broodje van € 2,50 met een briefje van € 10 en krijgt € 7,50 terug.
A
spaarmiddel
B
ruilmiddel
C
rekenmiddel
Slide 16 - Quizvraag
De prijs van een fiets is met € 200 gestegen
A
spaarmiddel
B
ruilmiddel
C
rekenmiddel
Slide 17 - Quizvraag
Sofie wisselt € 500 om in $ 496
A
spaarmiddel
B
ruilmiddel
C
rekenmiddel
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Chartaal geld
Giraal geld
Geen geld (in NL)
Bankbiljet van € 10
Euromunt € 2
€ 1.000 op bankrekening
Briefje van $ 10 dollar
€ 500 op spaarrekening
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de maatschappelijke geldhoeveelheid wanneer Bart € 10 uitleent aan Kas?
A
blijft gelijk
B
wordt groter
C
neemt af
Slide 22 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de maatschappelijke geldhoeveelheid wanneer de bank € 200 uitleent aan Thijmen?
A
blijft gelijk
B
wordt groter
C
neemt af
Slide 23 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de maatschappelijke geldhoeveelheid wanneer Thijmen € 100 van het geleende geld aflost?
A
blijft gelijk
B
wordt groter
C
neemt af
Slide 24 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de maatschappelijke geldhoeveelheid wanneer Coco € 50 pint?
A
blijft gelijk
B
wordt groter
C
neemt af
Slide 25 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de maatschappelijke geldhoeveelheid wanneer Isabel haar boodschappen bij AH met pin betaalt?
A
blijft gelijk
B
wordt groter
C
neemt af
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Waarmee kun je allemaal betalen?
Slide 28 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
H1-2-3 Geldzaken
12 dagen geleden
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§ 3.4 Waar komt geld vandaan?
Mei 2022
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H1 Geldzaken
September 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§ 3.4 Waar komt geld vandaan?
September 2024
- Les met
27 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Betalen
Januari 2019
- Les met
31 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
§ 3.4 Waar komt geld vandaan?
Oktober 2022
- Les met
33 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Schaarste & Ruil H2.2
September 2022
- Les met
33 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
WEBB Monetaire zaken H1
Juli 2023
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4